Iets in een contract afspreken over geheimhouding, maakt voor de werking van de Woo niet uit, zo stelt de Rechtbank Den Haag nog maar eens duidelijk in deze uitspraak van 13 november 2023 (ECLI:NL:RBDHA:2023:17335).
Overeenkomst onvoldoende
Het gaat in deze kwestie om een vaststellingsovereenkomst die een onderneming met de gemeente Westland had afgesloten. De onderneming beroept zich op een in die overeenkomst opgenomen geheimhoudingsplicht en meende hier rechten aan te kunnen ontlenen. Daarnaast wordt opgemerkt dat nog maar de vraag is of verzoeker wel belang heeft bij de informatie.
De voorzieningenrechter is snel klaar en komt tot een mondelinge uitspraak: het belang is niet relevant en een overeenkomst zet de Woo niet aan de kant.
Om een eerlijk beeld te schetsen naar contractspartijen doet een bestuursorgaan er goed aan bij een overeenkomst altijd de publiekrechtelijke kaders te noemen. Dit ter nuancering van de overeengekomen vertrouwelijkheid (zie ook dit eerdere bericht met deze tip). De Woo heeft immers maling aan dergelijke afspraken (behalve bij het eventueel toepassen van de uitzonderingen van hoofdstuk 5 Woo). Zo leerde ook deze ondernemer pas na het helemaal optuigen van een bezwaarschrift en een verzoek om een voorlopige voorziening.