De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland maakt duidelijk dat wanneer sprake is van (zeer) veel derde-belanghebbende bij een Wob-verzoek, het mogelijk is een kennisgeving te doen in de Staatscourant. Het individueel benaderen van elke derde-belanghebbende is dan niet vereist. Ook oordeelt de voorzieningenrechter dat voldoende is om het vervolgens genomen Wob-besluit alleen aan derde-belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend wordt toegezonden.
Daarbij kun je je vraagtekens plaatsen, omdat niet uitgesloten is dat derde-belanghebbenden die geen zienswijzen hebben ingediend het niet eens zijn met het Wob-besluit en feitelijke openbaarmaking van de documenten.
Bijzonder is dat het verzoek om een voorlopige voorziening om openbaarmaking vooralsnog tegen te gaan, wordt afgewezen. De voorzieningenrechter ziet weinig heil in de gronden die verzoeker opvoert om openbaarmaking te voorkomen. En dus pakt de voorzieningenrechter door en is openbaarmaking direct aan de orde.
Wet open overheid
Onder de Woo wordt dit alles anders. Zo dwingt artikel 4.4, zesde lid, van de Wet open overheid tot het bekendmaken van het besluit, ook aan de derde-belanghebbende die geen zienswijze heeft ingediend.
Overigens had het hier inhoudelijk niet uitgemaakt nu het om emissiegegeven gaat. Die worden onder de Woo altijd openbaar gemaakt (artikel 5.1, zevende lid, van de Woo).
Wat wel weer bijzonder is, is dat onder de Woo in elk geval het indienen van het verzoek om voorlopige voorziening het besluit al (even) schorst (artikel 4.4, vijfde lid, van de Woo).
Kortom, genoeg aanleiding om ook al nu te gaan bezien wat er hetzelfde blijft en wat toch echt anders wordt. Want dat is meer dan u bij eerste lezing van de Woo zou denken.