Werd gisteren nog gewezen op een uitspraak van de Rechtbank Limburg, nu dan met deze uitspraak van 24 juni 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1476) een eerste toepassing van de ‘nieuwe’ lijn van de Raad van State, door de Raad van State zelf over de vraag wanneer een informatieverzoek een Wob-verzoek (of toch iets anders is).
In dit geval maakt het feit dat iemand een informatieverzoek indient “in het kader van de bezwaarschriftenprocedure” niet dat het informatieverzoek een 7:4 Awb-verzoek is. De opmerking dat het verzoek “een verzoek zoals bedoeld in artikel 6 eerste lid van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob)” is, geeft de doorslag volgens de Raad van State bij toepassing van de preciseringslijn.
Wat geeft o.a. de doorslag?
- de genoemde grondslag;
- het feit dat het bestuursorgaan (de minister hier) het verzoek eerst zelf ook als Wob-verzoek heeft aangemerkt;
- dat het gaat over een bestuurlijke aangelegenheid;
- de informatie niet ziet op informatie over de verzoeker zelf maar over een ander.