In een recente update zagen we dat die reden ook kan spelen bij bedrijfsnamen.
In een kwestie waar de Raad van State zich over moest buigen (zie uitspraak) lag de vraag voor hoe breed het begrip “tot personen herleidbaar” nu eigenlijk is. Daarbij is relevant, zo wordt duidelijk, altijd de concrete kwestie en de informatie waar het om gaat.
Direct te identificeren
Het gaat bij dit alles niet alleen om direct identificeerbare gegevens (namen, adressen, etc.) maar het kan ook gaan om gegevens waardoor iemand ook meer indirect kan worden geïdentificeerd. In dit geval zou dit het geval kunnen zijn door nummers van processen-verbaal en foto’s van het terrein bij het bedrijf van betrokkene.
Indirect te identificeren
Vooral bij de vraag of iemand op basis van indirecte gegevens kan worden geïdentificeerd meent de Raad van State dat een en ander erg casuïstisch is. Hierbij kan een rol spelen of het unieke details betreft binnen het geheel van omstandigheden waarin de identificeerbare persoon verkeert of heeft verkeerd. Ook kan een samenstel van gegevens maken dat onmiskenbaar naar een bepaalde persoon wordt verwezen. Ook de kring van betrokkenen kan een rol spelen.
Kader voor de praktijk
Een nuttig beoordelingskader voor de praktijk waarbij het nog wel eens stoeien is met het beoordelen van informatie bij deze weigeringsgrond. Zeker bij die indirecte gegevens lijkt al afdoende dat een eigen zoektocht op internet (zoals de Raad van State kennelijk ook heeft gedaan) geen ‘hits’ opleveren die naar de persoon wijzen.
Onjuiste informatie, wel relevant onder de Wet open overheid
Overigens merkt de Raad van State ervoor nog op dat bij Wob-procedure de inhoud van een document (is het juist of onjuist) niet ter discussie kan staan. Onder de Woo zal dat niet anders zijn. Wel kan onderwerp van geschil gaan zijn of het bestuursorgaan wel voldaan heeft aan zijn plicht mededeling te doen over de bij hem bekende onjuistheid of onvolledigheid van de informatie die hij verstrekt (artikel 2.4 Woo).