De Jeugdwet kent een bijzondere regeling als het gaat om het verkrijgen van inzage in het eigen dossier (zie annotatie). Daardoor geïnspireerd lijkt de regeling van artikel 5.5 Wet open overheid.
Daarnaast kent de Jeugdwet ook een actieve openbaarmakingsplicht, zo nieuw is artikel 3.3 Woo met al z’n concreet aangewezen categorieën dus niet (zie eerder al deze update)! De Rechtbank Gelderland gaat in deze uitspraak mee in de lijn van de Raad van State, de rechter toetst bij het openbaarmakingsbesluit alleen de feitelijkheden zoals de wetgever heeft gewild.
Wet open overheid
Met artikel 1.1 van de Woo heeft de wetgever willen duidelijk maken dat al het toegang tot publieke informatie wordt geregeld via de Woo. Alleen voor informatie waarvoor bijzondere regelingen zijn vastgesteld die in de bijlage zijn opgenomen gelden de artikelen over actieve en passieve openbaarmaking niet (zie artikel 8.8).
Elders werd al opgemerkt dat die lijst niet volledig lijkt (zie het boek). De wetgever meent dat de rechter de vrijheid moet voelen om de lijst aan te vullen. Of dat strikt genomen wel kan, is twijfelachtig. Dat de rechter dat bij artikel 9.7 Jeugdwet zal moeten doen, lijkt wel evident. Die bepaling staat immers (anders dan artikel 9.2) niet opgenomen op de lijst. Dat zou betekenen dat voor de inspectie-informatie waar 9.7 op ziet, (ook) gewoon artikel 3.3 Woo zou kunnen gelden. Dat lijkt niet de bedoeling.