In deze uitspraak maakt de Raad van State duidelijk dat inkomensgegevens van advocaten – of informatie als namen en advocaatnummers die tot de inkomensgegevens kunnen leiden – geheim moeten blijven vanwege de persoonlijke levenssfeer van die advocaten.
Ook wordt duidelijk dat een schriftelijke ronde na een tussenuitspraak met een nieuw besluit tot gevolg kan volstaan. Een echte zitting is dan niet vanzelfsprekend nodig.