Recent werd duidelijk dat de Raad van State kritisch toets of sprake is van onevenredige benadeling, gesteld door de gemeente, bij openbaarmaking van bepaalde informatie (zie update).
Ook in een (net verschenen, maar al wat oudere) uitspraak van de rechtbank Amsterdam, wordt kritisch getoetst – en niet overtuigend bevonden – het beroep van de gemeente op deze weigeringsgrond. Bijzonder is dat kennelijk beleid van de gemeente – dat artikel 11 van de Wob (bescherming persoonlijke beleidsopvattingen) – enkel kan worden ingeroepen in combinatie met een weigeringsgrond van artikel 10. Dit beleid ken ik niet, heb ik niet kunnen vinden en vind ik ook overigens bijzonder (onwenselijk) dan wel op gespannen voet met de wet. Te meer als we zien dat de Wet open overheid straks de hier besproken weigeringsgrond juist niet in combinatie met een andere weigeringsgrond acceptabel acht (zie artikel 5.1, lid 5).
Verder maakt de uitspraak duidelijk dat informatie bij een onafhankelijk adviseur (de Gebiedscommissie) niet opgehaald hoeft te worden. Hoe dit zich verhoudt tot een recente uitspraak van de Raad van State (update) is de vraag. Wat informatie betreft die er mogelijk wel is – ook niet ontkend door de gemeente door op te merken dat misschien ook elders gezocht had kunnen worden – moet alsnog worden worden bezien of het er is en hoe dit dan beoordeeld moet worden op grond van de Wob.