Een voor de praktijk weer interessante en nuttige uitspraak van de Raad van State om meerdere redenen.
Ten eerste wordt duidelijk dat de stelling na een Wob-besluit van de verzoeker dat er toch meer zou moeten zijn, geen nieuw Wob-verzoek oplevert maar eerder een bezwaar tegen het Wob-besluit (zie 6.1). Zie voor het belang van het wel of niet noemen van de Wob en het belang van de context dit blog.
Bovendien wordt duidelijk dat het besluit duidelijk moet maken op welke wijze is gezocht naar documenten. De geloofwaardige stelling dat er niet meer is, komt pas in beeld als duidelijk is op welke wijze waar is gezocht. Dat lukt de gemeente in dit geval pas later in het traject (zie onder 12.2). Dan gaat het wel goed overigens. Duidelijk wordt dat zowel in het digitale als het papieren archief is gezocht. Zie eerder hierover al deze wat oudere annotatie.
Ook wordt duidelijk (zie 12.5) dat de letterlijke tekst van het verzoek van groot belang is voor de procedure en afhandeling van het verzoek (zie eerder bijvoorbeeld ook al deze uitspraak). Dit maakt dat het over meer gaat dan de gemeente meende, namelijk ook over de handhaving van bestemming, gebruik of bebouwing van het perceel.