Meetgegevens van een radioactieve stof die vrijkomt bij kernsplijting in de lucht worden door allerlei landen verzameld en geleverd aan het International Atomic Energy Agency (het IAEA). Het RIVM heeft niets in Nederland gemeten. Toezichthouders van de aangesloten lidstaten, onderzoeksinstituten en enkele internationale organisaties hebben wel toegang tot de informatie. Een update van de gegevens is gedeeld op het portaal van het IAEA en een Russische website zou zo’n update hebben geplaatst op de eigen website. Om te beoordelen of die website juiste gegevens heeft geplaatst, wordt een Wob-verzoek ingediend bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (de ANVS).
Niet ter discussie staat kennelijk dat de informatie wel onder de ANVS berust (ondanks dat de informatie op een portaal van een internationale organisatie is te vinden). De ANVS beroept zich op de bescherming van het belang van de internationale betrekkingen. Verzoeker wijst op het belang van openbaarheid van overheidsinformatie, meer in het bijzonder milieu-informatie.
De Raad van State maakt duidelijk dat bij dit soort milieu-informatie een restrictieve uitleg en toepassing van de weigeringsgronden van artikel 10 van de Wob uitgangspunt is. Dat maakt, bij het inroepen van de internationale betrekkingen (artikel 10, lid 2 aanhef en onder a, van de Wob) dat gestelde vrees voor afbreuk aan de betrekkingen van Nederland met het IAEA en de daarmee samenwerkende landen, onvoldoende is. Juist ook omdat bij milieu-informatie het uitgangspunt is dat het publiek toegang moet krijgen tot milieu-informatie.
Dat maakt dat bij het inroepen van de internationale betrekkingen dat het bestuursorgaan (de ANVS) bij de internationale organisaties (zoals het IAEA) navraag doet wie tegen openbaarmaking is en op zoek moet naar andere vormen van openbaarmaking die toch geen afbreuk doen aan die internationale betrekkingen. De Raad van State hecht grote waarde in dit kader aan het gegeven dat een aantal andere landen al tot publicatie van delen van het metingenoverzicht zijn overgegaan.
Hoewel consultatie van de internationale partij waarmee een relatie bestaat die geschaad zou kunnen worden door openbaarmaking geen vereiste is volgens de vaste jurisprudentie, lijkt dat bij milieu-informatie wel eerder het geval.