Veel aandacht was er voor het sms-verkeer tussen de Minister-President en de CEO van Unilever. In de uitspraak van 8 juli 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:1595) gaat het om “alle documenten over de betrokkenheid van het ministerie bij de poging het hoofdkantoor van Unilever naar Nederland te halen”. Het zou maar om drie documenten gaan die niet zijn verstrekt aan een redacteur van NRC Handelsblad.
De Raad van State meent dat het contact tussen Unilever en het minister van AZ vertrouwelijk van aard is en dat geheimhouding is geboden. De minister zou onevenredig worden benadeeld omdat contact tussen onderneming en het openbaar bestuur stroever zou verlopen. Zelfs informatie als “het onderwerp, de datum” maar ook “kopjes” e.d. in een document mogen worden geweigerd volgens de Raad van State. En dat wat nog zou resteren heeft geen zelfstandige betekenis.
Zodoende is er, bij een wat kritische lezing van de uitspraak, weer meer geheim te houden voor de overheid nu de hoofdregel – beoordeel per zelfstandig onderdeel van een document – de indruk kan bestaan dat de hoofdregel van openbaarheid toch in elk geval tot gedeeltelijke openbaarmaking van documenten zou moeten leiden.