De Rechtbank Midden-Nederland maakt in deze uitspraak duidelijk dat dit bericht van doorzenden een besluit is, het verzoek wordt immers geweigerd voor dit deel.
Vervolgens ligt de vraag voor of er echt niets aan documenten is. De verzoeker moet hierbij vooral concreet maken dat de mededeling “er is niets meer” ongeloofwaardig is. Dat lukt hier door een voor verzoeker bekend rapport. Daaruit blijkt dat een afdeling bij het ministerie van Justitie wel degelijk een rol heeft bij de voorbereiding van de persconferenties. Het rapport maakt ook duidelijk dat er nogal driftig wordt geappt. Zoals al even duidelijk is, maar zeker sinds maart 2019, vallen ook de appjes onder de Wob. Gek dus dat die er nu niet tussen zitten. De minister krijgt 8 weken om opnieuw op het bezwaar te beslissen.