Door een wijziging in de rechtspraak in 2016 is een verzoek om informatie op grond van de Wob (zie onder meer deze blogs I en II), na opgelegde geheimhouding die bekrachtigd is door de gemeenteraad, tevens een verzoek tot opheffing van de geheimhouding. Mede hierdoor komt het in de praktijk steeds vaker voor dat ook de gemeenteraad dus iets moet doen naar aanleiding van een Wob-verzoek. Nu de gemeenteraad veelal eens per maand samenkomt, levert dit praktische uitdagingen op wat betreft het afhandelen van verzoeken binnen de wettelijke termijnen. Hoewel nog niet klip en klaar lijken twee besluiten nog altijd een vereiste in zo’n geval (op het Wob-verzoek en op het verzoek tot opheffing van de geheimhouding, zie deze update). Los van geheimhouding kan de gemeenteraad sowieso – nu zij bestuursorgaan is – ook benaderd worden via de Wob om openbaarmaking van informatie. Gegeven de zojuist genoemde praktische uitdagingen wordt zo’n verzoek veelal afgedaan door het college van B&W.
Een inwoners van Nijmegen meende dat dit in strijd was met het recht (zie dit bericht op Binnenlands Bestuur). Immers, het bestuursorgaan dat over de documenten beschikt moet over de openbaarmaking ervan besluiten. De Minister van BZK meent evenwel dat een dergelijke procedure, mits is voorzien in het verstrekken van de documenten waar het om gaat door de raad aan het college, prima past binnen de mogelijkheden die de Gemeentewet biedt. Uit artikel 156 Gemeentewet volgt immers dat bevoegdheden kunnen worden gedelegeerd. Die grondslag moet wel worden genoemd in het delegatiebesluit.
Spannend voor het college is wel dat het qua besluitvorming uit moet (kunnen) gaan van de juistheid en compleetheid van het onderzoek van de raad naar documenten die onder haar berusten en – daaraan voorafgaand – een juiste interpretatie van het verzoek en de daarin omschreven bestuurlijke aangelegenheid.