Prettig contact met de overheid wordt niet altijd zo ervaren. In een geval waarbij iemand op een negatieve wijze door een telefoniste van een ministerie te woord zou zijn gestaan, leidt dit tot een Wob-verzoek. De verzoeker heeft weinig vertrouwen in de instituten (meer) en geeft ook de rechter geen toestemming om de deels geweigerde documenten te kunnen inzien. Dat gaf de rechtbank en geeft de Raad van State beperkte mogelijkheden om de besluitvorming inhoudelijk te beoordelen. Uitgangspunt is en moet dan zijn dat – zolang de motivering toereikend is – de minister openbaarmaking van de informatie mocht weigeren, aldus de Raad van State in deze uitspraak.
Bijzonder is ook om te zien dat de Raad van State van mening is dat artikel 6 EVRM geen rol speelt bij Wob-procedures. Reden: bij deze procedures is het algemeen belang bij openbaarmaking aan de orde, niet enig burgerrechtelijk recht of enige burgerrechtelijke verplichting van de verzoeker.