Een uitspraak van de Raad van State die de indruk wekt dat men zich kort en krachtig door de beroepsgronden heen wilde worstelen.
Het begint met de disclaimer vooraf “[appellant] heeft de gronden van zijn hoger beroep zeer uitvoerig uiteengezet. Maar uit de artikelen 8:69 en 8:77 van de Awb vloeit niet voort dat de Afdeling in haar uitspraak op alle aangevoerde argumenten afzonderlijk moet ingaan.” Om vervolgens redelijk soepel door alle “u heeft niet goed gezocht” gronden heen te gaan. Andere bestuursorganen kunnen er het volgende aan ontlenen qua wat wordt vereist aan de zoekslag:
- in algemene zin: hij moet zorgvuldig zijn. Het voldoende inzichtelijk maken van de zoekslag kan het bestuursorgaan bewerkstelligen door bijvoorbeeld specifiek te vermelden welke systemen zijn geraadpleegd, welke zoektermen zijn gehanteerd voor het zoeken naar documenten in die systemen, welke specifieke vragen de volgens het bestuursorgaan relevante personen hebben meegekregen en welke schifting in de door die personen aangedragen documenten vervolgens is gemaakt.
- en dan meer concreet per geval vooral duidelijk maken waarom niet geloofwaardig kan worden gesteld dat er echt meer zou moeten zijn.
- waarbij nogal makkelijk wordt geaccepteerd dat er geen appjes zijn omdat er simpelweg niet geappt wordt over dossiers.
Bijzonder in dat kader is de uiteenzetting over de stukken van collegevergaderingen. Net als eerder (zie bijv. deze update en deze uitspraak) is ook hier de uitleg dat het Reglement van Orde misschien anders suggereert maar dat dit niet wordt nageleefd, voldoende om geloofwaardig te stellen dat agenda’s en verslagen er niet zijn.
Het doet wel de vraag rijzen (vandaar de gekozen titel van deze update), wat nu als de Woo volledig in werking is getreden, dus ook heel artikel 3.3 van de Woo of in elk geval dat deel dat stelt dat agenda’s van het college actief openbaar gemaakt moeten worden (lid 2, sub d)? Hoewel de Wob ooit en de Woo vooralsnog ook alleen ziet op documenten die feitelijk bestaan, zou 3.3 Woo zo kunnen werken dat het bestuursorgaan dan dus ook maar moet gaan werken met een agenda. De eis van het hebben van een verslag geldt weer niet voor het college overigens. Dat is alleen aan de orde voor de raad (zie lid 2, sub c). Goed om hierover na te denken en rekening mee te houden bij de implementatie van de Woo!
Dit is ook aan de orde voor bijvoorbeeld gemeenschappelijke regelingen. Want anders dan in de Gemeentewet en Provinciewet kent de Wet op de gemeenschappelijke regelingen geen eis tot het bekendmaken van de besluitenlijst. Artikel 3.3, lid 2, sub d suggereert dat het dagelijks bestuur wel werkt met zo’n lijst.