De afwijzing van zo’n verzoek van iemand anders levert geen besluit op, want is een feitelijk handeling. De Raad van State is een dergelijke opvatting toegedaan in deze uitspraak nu de Wpg alleen gaat om politiegegevens en dus niet “afschriften van documenten waarin verwerkte politiegegevens zijn opgenomen”. Als het verzoek dus vooral gericht is op dat laatste, is het geen 25 Wpg-verzoek.
Een poging van de verzoeker om via de Wob toch in een bestuursrechtelijke procedure te belangen strandt ook. Ook hierin laat de Raad van State weer zien dat veel gewicht dat toekomt aan het noemen van de Wob als grondslag in het verzoek zelf. Daarbij komt dat verzoeker het dossier zelf zou willen ontvangen (en dus kennelijk geen openbaarmaking voor eenieder op het oog had). Zie meer over het belang van de grondslag deze annotatie.