De Autoriteit Persoonsgegevens gaf er al de nodige richtlijnen in mee. Kort en goed, wees terughoudend met het verwerken van persoonsgegevens (zie eerder blog elders). Worden ingekomen stukken toch integraal op de site geplaatst, dan kan daarmee een bestuursrechtelijke procedure in gang worden gezet. Verzocht kan worden om het verwijderen van de persoonsgegevens (zie eerder deze update).
Handhaving bij AP, na procedure tegen anonimiseringsbesluit
De procedure besproken in deze laatst genoemde update was weinig succesvol voor betrokkene. Hem werd verweten te weinig te hebben aangevoerd tegen het besluit tot anonimiseren zelf. De gronden van beroep gingen meer over het feitelijk verkeerd uitvoeren van dit anonimiseren. Dat viel buiten het bestek van de bestuursrechtelijke procedure. Niet onbegrijpelijk dat hij zich dan ook wendde tot de Autoriteit Persoonsgegevens met een verzoek om handhaving .
De Rechtbank Overijssel volgt in een uitspraak in dat kader de lijn van de AP. Zo’n verzoek om handhaving kan worden afgewezen omdat discussie over het verwerken van persoonsgegevens en anonimiseren in de procedure tot aan de Raad van State al is uitgeprocedeerd. Het feitencomplex is dus al bestuursrechtelijk beoordeeld. Het eigen prioriteringsbeleid voor de behandeling van AVG-klachten heeft de AP hierbij eveneens mogen betrekken (de capaciteit is immers beperkt).
Of dit ook de uitkomst zou zijn als beide partijen de reactie (tot gebrekkig of niet anonimiseren) niet herkennen als een besluit, is de vraag. Ook is niet duidelijk of de aard van de inbreuk op privacy van betrokkene nog een rol zou kunnen spelen.
Overigens geeft de rechtbank als vrijblijvende suggestie (tot geschilbeslechting) nog wel mee om het e-mailadres van eisers – dat via openbare bronnen makkelijk leidt tot de persoon en dus een persoonsgegeven is – alsnog te anonimiseren.
Wet open overheid
De Wet open overheid gaat in artikel 3.3 natuurlijk uit van het actief openbaar maken van ter behandeling ingekomen stukken (zie lid 2, onder a). De escape die hierin is opgenomen is dat deze plicht niet geldt als het om informatie gaat die betrekking heeft op individuele gevallen. Zo al opgemerkt in de bespreking bij dit artikel zal, hoewel met deze inperking de persoonsgegevens dus al snel buiten schot blijven, punt van discussie zijn wanneer sprake is van individuele gevallen waarbij personen of organisaties bij betrokken zijn (zoals de toelichting het omschrijft). Sowieso gaat de wetgever uit van het ontdoen van allerlei informatie (tot personen e.d. te herleiden) alvorens gedacht wordt aan actief openbaar maken op grond van artikel 3.3. Tijdrovend en vooral reden om tijdig voor de processen zo in te richten dat dergelijke informatie niet in documenten terecht komt. Dat valt alleen bijna niet uit te sluiten.
Meer AVG inzichten. Kom naar het webinar in juni