Artikel 1a van de Wob maakt duidelijk dat de Wob alleen in beeld is voor bestuursorganen. Dat maakt dat de Ontwikkelingsmaatschappij Oost Nederland N.V. niet ’te Wobben’ valt, aldus de Rechtbank Overijssel. Om tot dit oordeel te komen loopt de rechtbank de criteria langs die gelden bij privaatrechtelijke rechtspersonen die geld aan derden uitkeren en daardoor soms toch openbaar gezag uitoefenen (en dus bestuursorgaan zijn). Nu geen ‘echte’ bestuursorganen iets te zeggen hebben over de uitkeringen door de Ontwikkelingsmaatschappij én de uitkeringen ook niet voor 2/3 of meer worden gefinancierd door ‘echte’ bestuursorganen is geen sprake van een bestuursorgaan. Dat de maatschappij ooit op een lijst publiekrechtelijke instellingen van de rijksoverheid stond en op de lijst van aanbestedende diensten maakt dit alles niet anders.
Misschien dat de informatie nog bij een van de genoemde bestuursorganen te halen valt via de uitbreiding van het bereik van de Wob in artikel 3 Wob. Wellicht dat de Ontwikkelingsmaatschappij kan worden aangemerkt als onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzaam bedrijf. Al lijkt dit op grond van dat wat in de uitspraak staat ook een lastig in te nemen standpunt.
Lukt dat echt niet, dan is het wachten op de Wet open overheid. Wellicht dat de Ontwikkelingsmaatschappij dan wordt aangewezen als semipublieke instelling. Meer hierover wordt gedeeld bij de training in november over de Woo.