Sinds oktober 2021 (zie update) is duidelijk dat werken met deelbesluiten – ook zonder instemming van de verzoeker – tot de mogelijkheden behoort. In die uitspraken maakte de Raad van State wel duidelijk dat die besluitvorming aan bepaalde eisen moet voldoen en dat nog altijd niet-tijdig wordt beslist.
De weg van beroep niet-tijdig staat dus nog altijd open. Zoals al meermalen opgemerkt is het zaak als bestuursorgaan te duiden in de procedure over het beroep niet-tijdig hoe het toch zo heeft kunnen komen. De Minister van Justitie en Veiligheid komt met een voldoende overtuigend verhaal volgens de Rechtbank Amsterdam. Het is een omvangrijk verzoek, sprake is van veel betrokkenen, overleg met de verzoeker nam weer 1,5 week in beslag etc. (zie onder 6). Als je dan echter met deelbesluitvorming werkt, dan wil de rechter je daar wel graag aan houden, zo leert deze uitspraak. Onder 8 stelt de rechtbank vast dat de termijn voor het eerste deelbesluit al ruimschoots is overschreden. Ook een uitleg wat dan wel een reële datum is, ontbreekt. En dus is de rechtbank streng, en wordt de minister nog maar 14 dagen gegund na de uitspraak om (de zin is wat krom aan het eind van 8, maar ik vermoed) volledig op het verzoek te beslissen.
Pas dus op met de vrijheid om tot deelbesluitvorming over te gaan. De data die u hierbij noemt zijn later wel relevant!
Wet open overheid
Onder de Woo kennen we straks de bij wet gegeven grondslag voor het overleg wat moet leiden tot deelbesluitvorming (artikel 4.2a). De uitkomst van het overleg (de genoemde data en onderwerpen van de deelbesluiten) zal evenzeer worden betrokken door de bestuursrechter als u later geconfronteerd wordt met een beroep niet-tijdig beslissen.