Op 10 juli, is het NOW-register gepubliceerd door het UWV. In een eerdere update werd al ingegaan op de mogelijkheid van het vragen van een zienswijze omtrent het openbaar maken van de gegevens uit het NOW-register. Als werkgevers mogelijk bedenkingen hebben bij openbaarmaking van gegevens, ligt het op de weg van het UWV hen om een zienswijze te vragen. In die zienswijze kan de werkgever dan naar voren brengen waarom de weigeringsgronden uit de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) in de weg staan aan openbaarmaking van de gegevens uit het NOW-register.
De minister heeft die mogelijkheid in de NOW-regeling echter onverkort en overigens onterecht geprobeerd uit te sluiten. Dat geldt helemaal voor aanvragen die gedaan zijn voor het in werking treden van de openbaarmakingsbepaling van de NOW-regeling (voor 5 mei 2020). Werkgevers die voor 5 mei 2020 een aanvraag gedaan hebben, konden namelijk niet weten dat een aantal gegevens openbaar gemaakt zouden worden.
Met de kennisgeving van openbaarmaking van de gegevens op 9 juni 2020 werd nog toegelicht dat de gegevens na twee weken gepubliceerd zouden worden. Dat impliceerde dat werkgevers die naar verwachting bezwaar had tegen de openbaarmaking een zienswijze in kon dienen. De bepaling uit artikel 6, vijfde lid, van de Wob is namelijk nagenoeg gelijkluidend aan de zienswijzebepaling uit de Algemene wet bestuursrecht. Met de publicatie van het NOW-register is duidelijk geworden dat geen zienswijzen gevraagd zijn. Het UWV lijkt zich daar niet helemaal van bewust en is in die zin wat zwalkend qua toepassing van het wettelijk kader.
Met de publicatie is een besluit tot openbaarmaking van de aangeleverde gegevens genomen. Daar staan rechtsmiddelen tegen open, zodat werkgevers bezwaar kunnen maken tegen het besluit tot openbaarmaking. In het kader van een eventueel te vorderen schadevergoeding, is het raadzaam tijdig bezwaar in te dienen tegen het openbaarmakingsbesluit. De termijn daarvoor verstrijkt op 21 augustus aanstaande. Wanneer geen bezwaar wordt ingediend, komt het besluit tot openbaarmaking in rechte vast te staan en wordt het geacht rechtmatig te zijn.
Ook hier valt trouwens op dat het UWV het wettelijk kader niet helemaal toepast, een rechtsmiddelenclausule ontbreekt namelijk.