In de uiteindelijke beslissing op bezwaar blijft de gemeente van mening dat de informatie – over de detachering van een medewerkster – niet verstrekt kan worden met een beroep op de bedrijfsvertrouwelijke aard van de informatie (artikel 10, lid 1 onder c) en de persoonlijke levenssfeer (artikel 10, lid 2 onder e).
De rechtbank Limburg meent met een duidelijke uitspraak dat de beslissing op bezwaar vernietigd moet worden wegens strijd met het motiveringsbeginsel. Dit moet binnen zes weken. Dat geeft verweerder voldoende tijd volgens de rechtbank om de documenten per onderdeel te beoordelen en te motiveren waarom welk deel niet zou kunnen worden verstrekt. Gelet op de voorgeschiedenis wordt een dwangsom aan de besluitvorming verbonden.
Het ’to do’-lijstje voor de gemeente is concreet:
– neem een nieuw besluit op bezwaar en maakt daarin duidelijk welke van de verzochte documenten niet bij hem berusten;
– ten aanzien van de documenten die niet bij hem berusten aan te geven waarom deze documenten niet of niet meer bij hem berusten; (en ik zou denken, zend zo nodig het verzoek door als je weet hebt waar informatie (nog) wel is of doe je best de informatie alsnog onder je te krijgen;
– beoordelen de documenten die er zijn per document of onderdeel van een document en kom met een gedegen motivering.
Voor de afweging van belangen wijst de rechtbank nog op de nodige rechtspraak, dat de betrokken ambtenaar wegens haar functie in de openbaarheid trad (dus verminderd een beroep kan doen op bescherming van de persoonlijke levenssfeer), dat het persoonlijk belang van betrokkene niet vanzelf tot een weigering kan leiden en bovendien dat bedrijfsgevoelige informatie onleesbaar kan worden gemaakt (maar dat dit niet simpelweg leidt tot alles weigeren).
Werk aan de winkel!