Al de nodige aandacht hier voor beroepen niet-tijdig beslissen (zie blog en update). Overvragen in dat kader door de verzoeker kan ook. Bijvoorbeeld in de vorm van een tweede Wob-verzoek dat zijn oorsprong vindt in dat wat het bestuursorgaan in het verweerschrift in het kader van de procedure over niet-tijdig beslissen heeft geroepen. Verweerder repte van twee dossierkasten die inmiddels waren gevuld. Verzoeker vroeg nu om alle informatie daarin die niet onder het eerdere verzoek viel. Dat leidt tot misbruik van recht, aldus de rechtbank Overijssel.
Het tweede verzoek vormt een uitbreiding van het eerste verzoek. Dat is toegestaan, maar daarmee wordt het afdoen van het eerste verzoek onnodig gefrustreerd. Het noopt tot het afhandelen van het tweede verzoek (binnen 2 keer 4 weken) wat weer lastiger maakt om te voldoen aan de opdracht van de rechtbank om tijdig (binnen zes maanden) te beslissen op het eerste verzoek. Potentieel een aardig verdienmodel waar de bestuursrechter in dit geval dus een stokje voor steekt. Hierbij speelt mee de proceshouding van verzoeker (in deze procedures en andere), zoals het niet instemmen met deelbesluitvorming.