Uit een tweetal uitspraken van de rechtbank Amsterdam wordt duidelijk waartoe het vangnet van 5.5. Woo strekt of eigenlijk niet strekt  

Strekking van 5.5 Woo

Op basis van artikel 5.5 Woo wordt de mogelijkheid gegeven om informatie bij de overheid op te vragen over de (rechts)persoon zelf, zonder dat het meteen openbaar wordt voor eenieder. Het moet het dan gaan om het door de overheid aangelegde dossier over de (rechts)persoon of informatie over die (rechts)persoon die terug komt in een dossier over een andere aangelegenheid (zie dit bericht). Artikel 5.5 Woo kan daarbij heel helpend zijn, en zo werd er door de Afdeling bestuursrechtspraak van Raad van State al eens de suggestie gegeven om artikel 5.5 Woo als alternatief te bezien. Maar het is dan weer niet de bedoeling als bestuursorgaan om zelf even het ‘Woo-regiem’ uit te kiezen voor de verzoeker (zie dit bericht).

5.5 Woo als er ook iets anders is?

Er zijn ook gevallen waarin een Woo 5.5 verzoek niet in behandeling kan worden genomen, omdat andere regimes daaraan in de weg staan.  En wanneer is dat dan? Tot hoe ver strekt dit vangnet nou eigenlijk?  Voor die vraag stond de rechtbank Amsterdam afgelopen mei 2024 als het gaat om de verhouding tot de Wet politiegegevens en de AVG.

Uit de wetsgeschiedenis van artikel 5.5 blijkt dat dit artikel bedoeld is als vangnetbepaling. De rechtbank maakt duidelijk dat 5.5 Woo geen optie biedt als andere regelingen, zoals de Wpg en AVG, toegang geven tot documenten.

Allereerst moet worden getoetst of er sprake is van een “onverminderd het elders bij wet bepaald” situatie. Hieruit volgt immers dat als er al sprake is van een andere regeling voor de “op een verzoeker betrekking hebbende gegevens”, dat deze regeling  voorrang heeft. In dit kader (bij dit bestuursorgaan) zijn er zelfs twee wegen die al naar de “op een verzoeker betrekking hebben gegevens” leiden. Namelijk de Wpg en de AVG. Daar komt ook nog eens bij dat deze bepalingen – zo blijkt ook uit de wetsgeschiedenis van artikel 5.5 Woo – de openbaarheid van informatie en de individuele verstrekking al uitputtend regelen. Dan is er geen plaats voor artikel 5.5 Woo, zo oordeelde de rechtbank Amsterdam. En verder oordeelde zij nog dat artikel 5.5. Woo ook niet bedoeld is om toch documenten verstrekt te krijgen die een verzoeker anders ook niet in handen krijgt.

Kortom, doordat de Wpg zowel de openbaarmaking als de individuele verstrekking uitputtend regelt. En de AVG naast de inzage in persoonsgegevens ook de individuele verstrekking van afschriften. Is er niks meer op te vangen voor de Woo.

Nog geen uitgemaakte zaak?!

Iets anders oordeelde de rechtbank Oost-Brabant eerder nog over de verhouding tot de Awr. Een blijvende puzzel voor de praktijk dus. Alle reden voor een dagdeel doorpraten in september bij de training over de verhouding tussen de normale Woo-verzoeken (op grond van artikel 4.1 Woo) en de bijzondere verzoeken zoals de 5.5 Woo.