In meerdere berichten en artikelen is al gewezen op de mislukte (oorspronkelijke) poging van de wetgever om voor eens en altijd een einde te maken aan discussies over de verhouding tussen de algemene regeling over openbaarheid van overheidsinformatie (voorheen de Wob, nu de Woo) en bijzondere wetten die iets regelen over transparantie en geheimhouding. Zie bijvoorbeeld par. 2.8 in dit artikel.
De bijlage bij de Woo geeft regelingen die onmiskenbaar bijzonder zijn en de Woo dus - via artikel 8.8 Woo - deels terzijde schuiven. Hoe zit het dan met regelingen die er niet op staan? De wetgever maakte al snel duidelijk dat de lijst niet uitputtend was of kon zijn. En dus werd de rechter de ruimte 'gegund' om de lijst in concrete gevallen 'aan te vullen'. Die ruimte benut de Rechtbank Den Haag in deze uitspraak als het gaat om de Wet waardering onroerende zaken. De rechter voelt zich daarbij te meer gesteund door de Verzamelwet BZK die dit 'Wet Woz-vuiltje' bij wet al repareert. Zie eerder hierover al dit bericht.