Op meerdere momenten (zie eerder dit artikel, onder 3.3) is gewezen op de onduidelijke terminologie van een verstrekkende bepaling van artikel 5.2 lid 3 van de Woo. Verstrekkend is de bepaling omdat bepaalde documenten van intern beraad geanonimiseerd openbaar gemaakt moeten worden. De onduidelijkheid moet worden bepaald door rechtspraak.
De onduidelijkheid is er o.a. in gelegen dat het bij amendement is ingevoegd met een niet uitvoerige toelichting. De minister en de initiatiefnemers hebben iets van toelichting kunnen geven door vragen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De lagere rechtspraak stelt dat het gaat om documenten die feitelijk worden voorgelegd aan een bestuurder. Zie o.a. dit blog. Het was wachten op een uitspraak van de Raad van State in hoger beroep van de in dit blog besproken uitspraak van de Rechtbank Gelderland. De Raad van State vraagt nu, voordat uitspraak wordt gedaan, een conclusie van advocaat-generaal Wattel.
De vragen die worden voorgelegd zijn:
- Wat is gezien de totstandkomingsgeschiedenis en het systeem van de Woo de betekenis van het begrip ‘formele bestuurlijke besluitvorming’ in artikel 5.2, derde lid, van de Woo;
- In welk soort situaties wordt het belang van het kunnen voeren van intern beraad onevenredig geschaad door het verstrekken van persoonlijke beleidsopvattingen in documenten opgesteld ten behoeve van formele bestuurlijke besluitvorming in een vorm die niet tot personen herleidbaar is;
- Tot welke resultaten zouden de bespiegelingen naar aanleiding van de eerste twee vragen volgens de staatsraad advocaat-generaal logischerwijs leiden in deze zaak van de gemeente Nunspeet?
Op 9 juli moet de conclusie verschijnen, ook direct online. Zie hier voor meer informatie.