Er was recent veel te doen over de opstelling van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur als het gaat om de openbaarmaking van emissiegegevens. Het ACOI gaf een advies (zie link), de minister gaf aan dit terzijde te schuiven (zie link) - iets waar meer ministers een handje van hebben gehad (zie dit bericht over VWS) (en goed beschouwd is het ook 'maar' een advies) - en moties werden aangenomen in de Tweede Kamer.
Een Tweede Kamer die nog niet zo lang geleden instemde met de Woo die maakt dat emissiegegevens - indien erom wordt verzocht - openbaar gemaakt moeten worden (althans dat een uitzondering uit artikel 5.1 Woo niet aan openbaarmaking in de weg kan worden gesteld). Dat staat namelijk onverkort in artikel 5.1, zevende lid. Een stap verder dan de Europese richtlijn over de toegang tot milieu-informatie voorschrijft, maar een duidelijke keuze.
Eerder meende de wetgever er zelfs nog goed aan te doen emissiegegevens op te nemen in artikel 3.3 Woo. Daarmee zou het verplicht openbaar gemaakt moeten worden (het stond in artikel 3.3 (oud) onderdeel c van lid 1). Dat bleek praktisch onhaalbaar. Het schetst wel de insteek van de wetgever (sinds 2012)!
Reikwijdte van de keuze
De Kamer was zich als wetgever mogelijk niet zo bewust van het nogal ruime begrip van emissiegegevens. Al stond in de toelichting destijds al het volgende opgenomen.
"Tot deze emissiegegevens behoren ook de gegevens over de bronnen van deze emissies, voor zover beschikbaar." Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 328, nr. 9, p. 73.
Dat dit nogal veelomvattend is, is al uitgebreid besproken in deze annotatie en dit artikel. Om dat concreet te maken, hier wat gegevens die volgen uit de rechtspraak:
- Dieraantallen, huisvestingsplaatsen/hokken en de gegevens over ammoniakemissie en zuurdepositie en
- Bedrijfsnamen mestverwerkers
- Afzetgegevens (2019:225)
- Een foto met voorraad gewasbeschermingsmiddelen
- Locatie-gegevens
- Trillingen door mensen (2023:1926)
- Een advies van de advocaat over het afnemen/intrekken van vergunningen
Kansrijk betoog waarom toch niet openbaar?
De minister wil boeren informeren over het openbaar maken van informatie en hen in de gelegenheid stellen zienswijzen in te dienen (zie brief n.a.v. het debat). Dat laatste veronderstelt dat zienswijzen (met bedenkingen) ook kans van slagen hebben (al valt altijd aan te bevelen om zienswijzen te vragen ook al lijkt geen zinnig argument te bedenken). Dat lijkt hier natuurlijk niet zo snel aan de orde.
Of enig bezwaar inhoudene deze informatie niet openbaar te laten maken kansrijk is, valt zeer te betwijfelen. Zo leerde het advies van ACOI al en zo laat ook een recente uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (28 mei 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:5933) nog maar eens duidelijk zien.
De kans op succes is gering, juist door de Woo in zijn huidige vorm. Die kans is zelfs zo gering dat de voorzieningenrechter ook oordeelt de het verzoek om voorlopige voorziening (om openbaarmaking nog even uit te stellen in afwachting van de inhoudelijke behandeling) wordt afgewezen. Openbaar maken is dus het devies!
Toch afzien van openbaar maken?
Nu afwachten of de minister de door de Kamer (een week eerder dan de uitspraak ingediende) aangenomen motie 114 zal volgen. Daarin wordt immers aangestuurd op een wetswijziging om bij enig bezwaar de openbaarmaking gelijk aan te houden. En in afwachting van die wijziging alvast conform te handelen. Of dit logisch is na het afwijzen van het verzoek om een voorlopige voorziening door de rechtbank is de vraag. Maar we zien gekkere dingen...