Minister BZK; De Woo, ook in 2024 geen rustig bezit

Inhoudelijk valt er best wat te vinden van de Wet open overheid. De praktijk leert dat een wetswijziging op onderdelen wellicht iets kan betekenen voor verzoeker, bestuursorgaan en derde-belanghebbende (zie o.a. de Invoeringstoets – blog 1 en blog 2). Los daarvan staan er ook slordigheden in de tekst of mist er evident iets. Alle aanleiding voor een herstelpoging met een Verzamelwet BZK 20XX

Eerder werd in dit bericht al gewezen op deze ‘Verzamelwet BZK 20XX’. Hoewel de eerste X doet vrezen voor een wetsbehandeling die doorloopt tot in 2030, mag tot worden verwacht dat al eerder met een aangepaste Woo zal moeten worden gewerkt. Ook de nodige inhoudelijke veranderingen zullen hiermee worden doorgevoerd. Het gaat dus niet alleen om het verwijderen van verwijzingen naar niet meer bestaande artikelen (2.3) of het wegnemen van typo’s.

Belangrijkste wijzigingen

Artikel 3.3 – nog niet geheel in werking getreden – bevat de lijst van documenten die actief openbaar gemaakt moeten worden. Dat wat daar staat levert nogal eens voer op voor discussie (waar we tijdens de training in februari ook weer bij stil zullen staan). Om mogelijke discussies te voorkomen, wordt het nodige aangepast (voor zover nodig volgens BZK). Bijvoorbeeld als het gaat om  de categorie handhavingsbeschikkingen. Om duidelijk te maken dat bestuursrechtelijke handhaving niet actief openbaar hoeft te worden gemaakt (behalve als het gaat om omgevingsrechtelijke handhaving) en dat dit zich niet alleen beperkt tot handhavingsbeschikkingen, maar ook daarmee samenhangende besluiten, wordt lid 2, sub k onder 6 aangevuld. Dit bijvoorbeeld – aldus de toelichting bij de wet – om zonder twijfel te laten zijn dat de actieve openbaarmaking op grond van de Jeugdwet door die wet wordt geregeld en niet (ook) de Woo. Deze puzzel, zie hierover dit blog naar aanleiding van een uitspraak van de Rechtbank Gelderland, wordt dus in elk geval gelegd.

Een door de VNG voorgestelde wijziging van artikel 3.3 – WOZ-beschikkingen expliciet opnemen in sub k – wordt niet gevolgd. BZK meent dat een andere categorie in 3.3 – beschikkingen inzake de uitvoering van regels inzake belastingen etc. – al voldoende duidelijk maakt dat deze beschikkingen niet openbaar gemaakt hoeven te worden. Ook dit thema laat zien dat de categorieën van 3.3 voer zijn voor discussie.

Dat WOZ-beschikkingen niet openbaar gemaakt hoeven te worden volgt helemaal uit de, met de verzamelwet, voorziene aanvulling van de lijst van bijzondere regelingen (zie artikel 8.8 en de bijlage). Enkele bepalingen uit de Wet WOZ worden er nu immers in opgenomen. Dat geldt niet voor de eerder al genoemde artikel 72 Gerechtsdeurwaarderswet waarvoor dit in elk geval ook zou moeten gebeuren (zie paragraaf 2.8 in dit artikel over de wijzigingswet van de Woo). Dat maakt dat de bijlage nog altijd een hulpmiddel is voor de praktijk, maar ook dat er nog altijd een discussie gevoerd kan worden over het al dan niet uitputtend zijn van een specifieke wettelijke bepaling die niet is opgenomen in de bijlage bij de Woo.

Die bijlage wordt verder enkel aangevuld met bepalingen uit de Provinciewet en Gemeentewet – mede naar aanleiding van de gewijzigde regels over geheimhouding (zie dit blog). Duidelijk wordt o.a. gemaakt dat alleen de openbare delen van de besluitenlijsten actief openbaar worden gemaakt.

Daarnaast is van belang voor de waterschappen dat de ‘Ongekend Onrecht’-bepaling van artikel 5.2 lid 3 (persoonlijke beleidsopvattingen verplicht anoniem openbaar maken) ook voor (een lid van) het dagelijks bestuur van een waterschap gaat gelden. Zie eerder al dit bericht.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *