Rechtbank Amsterdam: de journalist die vraagt om schikkingen met het OM

In het verleden zagen we wel eens uitspraken waarbij de rechter relevant achtte wie de verzoeker om informatie was of om welk onderwerp het ging. Zo vond de Raad van State het onderwerp van vertrekregelingen van oud-bestuurders en ambtenaren zodanig maatschappelijk relevant, dat geheimhouding minder snel aan de orde zou zijn (zie annotatie). De Rechtbank Amsterdam acht in een recente uitspraak de twee genoemde aspecten ook relevant.

Schikking bij mogelijke strafbare feiten

Het gaat om informatie over een schikking tussen het Openbaar Minister en een bedrijf. De uitkomst van de schikking maakt dat zonder openbare strafrechtelijke behandeling ter zitting een einde komt aan een proces waarbij het bedrijf verdachte was van het plegen van strafbare feiten. Vergelijkbaar met de uitspraak over de vertrekregelingen merkt de rechtbank op dat mede gelet daarop én het feit dat dergelijke schikkingen regelmatig onderwerp zijn van maatschappelijke en juridische discussies transparantie is geboden. Transparantie maakt immers dat toezicht en controle kan worden uitgeoefend. Dat verzoeker onderzoeksjournalist is, is daarbij ook een relevante factor voor de rechtbank.

Minder lakken

Deze uitgangspunten maken dat de rechtbank minder gewicht toekent aan de bescherming van vertrouwelijk medegedeelde bedrijfs- en fabricagegegevens. Dit te meer omdat het om een beursgenoteerd bedrijf gaat. Dat moet toch de nodige bedrijfsgegevens openbaar maken.

Na een steekproefsgewijze beoordeling (die we steeds vaker zien (zie dit bericht)) van alle documenten waarbij onevenredige benadeling is ingeroepen, stelt de rechtbank vast dat dit op een juiste wijze is toegepast. Ook de bescherming van de internationale betrekkingen – de internationale aanpak van strafbare feiten zou in het geding zijn – is terecht opgeworpen. Dit geldt niet voor de vaststellingsovereenkomst. Daar moet de nodige controle op kunnen plaatsvinden en dus is openbaarmaking aan de orde. Alleen de zaaknaam, het dossiernummer, een bankrekeningnummer en de handtekeningen mogen geheim blijven.

Anders onder de Woo?

Onder de Woo pakt de kwestie waarschijnlijk anders uit. Ten eerste geldt dat onevenredige benadeling slechts in uitzonderlijke gevallen aan de orde kan worden gesteld (zie artikel 5.1, vijfde lid). Hoewel het hier een uitzonderlijk geval betreft, moet worden bezien hoe de rechter deze grond gaat toetsen. Wel kan in dit verband, zeker waar het de positie van het OM betreft, gedacht worden aan de nieuwe uitzondering waarmee “het goed functioneren van de Staat” wordt beschermd (artikel 5.1, lid 2, onder i). We zagen in dat verband natuurlijk wel dat deze uitzondering niet te gemakkelijk kan worden ingeroepen (zie update). 

Een andere bijzonderheid onder de Woo zou kunnen zijn dat de journalist gebruik maakt van de mogelijkheid om toegang te krijgen tot meer informatie. Daarvoor is artikel 5.7 Woo immers in het leven geroepen. Of het bedrijf dan ook niet was opgekomen tegen het besluit in dat kader, valt te betwijfelen.

Uitspraken als degene die hier is besproken zullen worden aangegrepen door verzoekers om hun bijzondere aard of de bijzondere aard van het onderwerp te onderstrepen teneinde meer transparantie te eisen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *