Rechtbank Midden-Nederland: niet uitgesteld verstrekken, fout maar niet onrechtmatig

Het niet goed naleven van de Wet open overheid door de gemeente Utrecht leidt niet tot een onrechtmatig besluit.

Fout maar niet onrechtmatig

Net als onder de Wob wil ook de Woo een belanghebbende, die mogelijk nadelige gevolgen ondervindt van dreigende openbaarmaking, de gelegenheid bieden om die openbaarmaking te laten toetsen door de rechter. Dat heeft alleen zin als de openbaarmaking feitelijk nog niet heeft plaatsgevonden. Daarvoor geeft de wetgever de basis voor uitgestelde verstrekking (artikel 4.4 lid 5).

Onder de Woo is de periode waarbinnen de belanghebbende dan bezwaar moet maken op twee weken gesteld. Hoewel het doen van een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening niet noodzakelijk is (zie dit bericht) is het wel handig en verstandig. Anders volgt na twee weken de feitelijke openbaarmaking.

Dat laatste is een feitelijke handeling. Dat maakt ook, volgens de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, dat het in strijd met de regeling uit de Woo handelen door de gemeente (waardoor de informatie dus feitelijk openbaar is gemaakt zonder dat belanghebbende daar iets tegen heeft kunnen ondernemen) fout is, maar geen onrechtmatig besluit oplevert.

Adresgegevens persoonsgegevens?

Daarnaast is onderwerp van geschil of de adresgegevens van betrokkene persoonsgegevens zijn. De gemeente meende eerder van niet, maar nu toch maar (terecht) van wel. In de afweging van belangen – of de persoonlijke levenssfeer zwaar moet wegen dat een en ander niet openbaar gemaakt kan worden – betrekt de voorzieningenrechter alle omstandigheden. Bekendheid van de verzoeker – journalist met de adressen en de naam van betrokkene – maar ook de nog lopende discussie over hoge dwangsommen en een specifiek adres. Een deel moet gelakt worden, een deel niet.

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *