De Woo; verbetering die voor verbetering vatbaar is, actieve openbaarmaking

Vandaag dus de behandeling (zie deze update) van het wijziginswetsvoorstel tot aanpassing van de al aangenomen Wet open overheid. Gisteren wees (zie blog) ik op de nodige kritiek op al geschrapte onderdelen (register en Informatiecommissaris) van het oorspronkelijke voorstel waar nog door een aantal partijen voor wordt gepleit.

Vandaag wijs ik op de valreep nog op een ander thema waar ik eerder aandacht voor vroeg. Nadat het wetsvoorstel Wet open overheid was aangenomen in de Tweede Kamer schreef ik een aantal artikelen over het wetsvoorstel (zie onder andere deze twee (I en II) in de Gemeentestem). Vooral ook om aan te geven wat voor effecten een en ander zou hebben voor de praktijk. De impactanalyse bewezen mijn gelijk wat dat aangaat.

Ten behoeve van de behandeling in de Eerste Kamer schreef ik een position paper (update). Goed is om te zien dat het wijzigingswetsvoorstel dat vandaag behandeld wordt in de Tweede Kamer deels ingaat op de door mij aangestipte verbeterpunten. De verplichting tot actieve openbaarmaking is weer een inspanningsverplichting geworden en met de uitbreiding van de categorieën van actieve openbaarmaking (3.3) is iets meer helderheid gebracht in de soort documenten die openbaar gemaakt moeten worden. Toch valt er nog genoeg op de Woo aan te merken (de Raad van State doet dat ook in zijn advies) en zijn de opmerkingen in de position paper nog altijd actueel.

Dit en nog veel meer (de vreemde definities van “document” en “publieke informatie”, de introductie bij wet van een Woo-coordinator, de relativering van vertrouwelijke bedrijfsgegevens, etc (zie verder mijn artikelen over de Woo) pleit er voor nog eens kritisch te kijken naar nut en noodzaak van de Woo. Maar zoals eerder al opgemerkt lijkt het spel al te ver op de wagen, “Praktijk says Woo!”.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *