Verkeersboete + WOB-verzoek ≠ altijd misbruik

Het jaar 2017 werd afgesloten met een blog naar aanleiding van een uitspraak van de Raad van State. Uit die uitspraak volgde dat het doen van een Wob-verzoek parallel aan een procedure tegen een verkeersboete in beginsel leidt tot de stelling dat het doen van een Wob-verzoek misbruik van dat recht behelst. Op de eerste dag van 2018 waarop de Raad van State uitspraak doet, wordt duidelijk dat dit genuanceerd(er) ligt.

Wat wordt gevraagd?

Het geval wil dat de verzoeker om informatie vraagt om:

openbaarmaking van de foto’s van verkeersovertredingen, geconstateerd op dinsdag 6 januari 2015 tussen 15:00 en 18:00 met behulp van het vernieuwde handhavingsmiddel, geplaatst aan de Maasboulevard ter hoogte van perceel 10 te Rotterdam. Daarnaast heeft hij gevraagd om openbaarmaking van een overzicht van de in 2014 en 2015 geregistreerde snelheidsovertredingen door het handhavingsmiddel. Ook wenst [appellant sub 1] openbaarmaking van het logboek waarin alle onderhoudswerkzaamheden aan het handhavingsmiddel zijn geregistreerd en documenten uit 2014 en 2015 waarin wordt gesproken over het vernieuwde handhavingsmiddel. Verder heeft hij verzocht om documenten over zowel het gebruik als de installatie van radarsnelheidsmeters van het type TraffiStar S290F, waarbij valt te denken aan de installatiehandleiding en de gebruikershandleiding. Daarnaast heeft [appellant sub 1] verzocht om openbaarmaking van documenten over het gebruik en de installatie van de antenne-eenheid van het type RRS24F-ST3. Tot slot heeft hij gevraagd om openbaarmaking van de richtlijnen rondom de communicatie richting het publiek over de ingebruikname van vaste meetapparatuur.

Is het een Wob-verzoek?

De stelling van de minister (het CJIB) dat het geen Wob-verzoek betrof nu het samen hing met een procedure tegen de verkeersboete sneuvelt al omdat expliciet de Wob is genoemd. Zie eerder een blog over dit onderwerp nu het noemen van de Wob niet altijd doorslaggevend lijkt te zijn.

Misbruik, maar niet altijd

Echter belangrijker in het licht van eerder genoemde laatste blog is dat de Raad van State in dit geval dus geen misbruik aanneemt. Relevant hierbij is volgens de Raad van State dat de verzoeker vraag naar informatie over het handhavingsmiddel tegenover zijn huis. Dat zijn verzoek is gericht aan zowel de gemeente Rotterdam als het CJIB kon hij verklaren, hij wist niet aan welk orgaan hij het Wob-verzoek moest richten en heeft hij uiteindelijk een instructie van een ambtenaar van de gemeente Rotterdam (die hem wees op het CJIB) opgevolgd. Het was dus geen bewuste actie om ‘overheden te pesten’. Nu ook een groot deel van de opgevraagde informatie niet ziet op de eventueel te voeren procedure over een verkeersboete (die had verzoeker namelijk wel ontvangen) is het doel volgens de Raad van State dus kennelijk legitiem in het licht van de Wob; gericht op het openbaar maken van informatie. Dat was dus anders in de uitspraak van 27 december waar het laatste blog op zag (en een uitspraak van een week eerder al) waar op grond van het dossier de conclusie kon worden getrokken dat het doel van het Wob-verzoek enkel en alleen was gelegen in het aanvechten van een opgelegde verkeersboete.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *