Waarom de Woo er wel/niet moet komen

Aanstaande dinsdag 28 september vindt dan eindelijk de behandeling plaats van de Wet open overheid in volle omvang (zie bericht op LinkedIn met de agenda en wat achterliggende informatie). De hele Woo, dus inclusief de novelle die nodig bleek na de nodige uitvoeringslasten en dus kosten.

Er valt genoeg te zeggen over de Wet open overheid in de huidige vorm. Niet zelden zit er bijna een soort agenda achter datgene wat wordt gezegd. Dat maakt soms dat de mededelingen over de Woo niet helemaal stroken met de werkelijkheid van de praktijk van ‘openbaarheid van informatie’ nu (en wat de Woo daarin wel of niet wijzigt). Soms wordt er ook gewoon niet verteld wat de Woo nu werkelijk gaat regelen. Zie voor wat ‘rechtzetterij’ en wat achterliggende informatie dit bericht op LinkedIn.

Toch zal het zoeken zijn voor menig senator wat nu te vinden van de Woo die nu voorligt. Tegenstemmen is lastig. Het kan enerzijds snel ‘geframed’ worden als “u bent tegen transparantie”, suggererend dat de Woo vooral meer zal dwingen tot transparantie. Anderzijds kan tegenstemmen natuurlijk ook ‘verkocht’ worden door te stellen dat de Woo niet ver genoeg gaat. Dat laatste verplicht m.i. ook tot het duiden hoe ver het dan zou moeten gaan (en ten koste waarvan). Want alles openbaar is niet wenselijk (of mogelijk!).

Niet voor niets regelt de Wob nu (en de Woo straks) dat bepaalde belangen soms nopen tot geheimhouding. Internationale verdragen en richtlijnen hebben die belangen ook op het oog. En terecht. Want bijzondere (of andere) persoonsgegeven dienen toch niet te worden verstrekt aan eenieder? Datzelfde geldt toch ook voor bepaalde informatie die de staatsveiligheid raakt of die concurrentiegevoelig is?

En even simpel stellen dat het wel een paar miljard mag kosten om vervolgens een register te hebben van alle documenten (dus ook appjes, mails, nota’s etc.) die bij de overheid berusten, kan ook niet makkelijk serieus genomen worden. Want zitten we echt te wachten op zo’n register (als het al mogelijk is)?

En hoezeer de Algemene Politieke Beschouwingen laten zien dat je in twee dagen 2 miljard kunt herverdelen, laat de praktijk vooral toch ook zien dat het verdelingsvraagstuk toch best een uitdaging is. Laat staan dat ik niet weet wat er uit een referendum zou komen als de vraag gesteld wordt of de twee miljard (bijvoorbeeld) naar de slachtoffers van de kinderopvangtoeslagen-ellende, naar defensie en veiligheid of toch echt naar een register voor alle documenten van de overheid moet gaan.

Dat laatste laat overigens ook nog onverlet dat het register hebben één is, maar vervolgens dus nog – vanwege de eerder genoemde terechte belangen die soms zwaarder wegen dan transparantie – een beoordeling van al die documenten moet plaatsvinden als de wens zou bestaan dat al die documenten in beginsel actief openbaar moeten worden gemaakt. Zie voor een lezing van het eerst voorgestelde artikel 3.1 Woo en de problematiek daarvan deel II van de reeks artikelen in ‘de Gemeentestem’ (par. 5).

Maar goed, terug naar de Woo die dus dinsdag wordt behandeld in de Eerste Kamer. Voor alle senatoren even de redenen op een rij waarom u voor of juist tegen de Woo moet zijn.

Voor en tegen pleit (voor nu even beperkt tot hoofdstuk 1 tot en met 3 – misschien laat de agenda meer toe maar lees anders de artikelen in ‘de Gemeentestem’ elders hier op te site):

  • de Wob is zo ingeburgerd in ambtelijk en bestuurlijk Nederland, iets nieuws dwingt ook anders kijken naar openbaarheid eerder af;
  • alle rijke rechtspraak van de Wob zet je met een nieuwe wet (met soms dezelfde, soms andere of soms anders bedoelde begrippen aan de kant of vatbaar voor discussie; vgl. dit blog over het document-begrip en het niet maar toch ook wel hanteren van het begrip ‘bestuurlijke aangelegenheid’ (zie artikel 2.1);
  • een mooie verruiming wat betreft organen die blootgesteld worden aan openbaarheid (artikel 2.2);
  • het hadden er meer kunnen zijn (maar goed, misschien maar even tevreden zijn?!);
  • de zorgplicht (artikel 2.4) vormt een mooie stok achter de deur om eens wat meer te maken van de informatiehuishouding (zeker met het meerjarenplan van artikel 6.2 en het toezicht erop door het Adviescollege (artikel 7.1 met de taken omschreven in artikel 7.2) (over het college meer in dit blog);
  • is het niet gek een archiefwetbepaling op te nemen in de Woo? En los daarvan, blijft natuurlijk de vraag wat het juridisch helpt bij hen die te horen krijgen dat informatie er niet (meer) is. De stok om de overheid mee te slaan is dan zeer beperkt (en dit zal onder de Woo niet veel anders zijn dan onder de Wob (zie deze update), ongeacht het opnemen van de plicht documenten te behouden na ontvangst van het verzoek om informatie (artikel 4.1a).
  • de voorkeursvolgorde bij verstrekken maakt eindelijk werk van de Wet hergebruik overheidsinformatie en wat die voor ogen heeft van hoe informatie beschikbaar komt (elektronisch, machinaal leesbaar open formaat) (meer over de Who in dit JB Plus artikel);
  • het is natuurlijk maar een voorkeursvolgorde en bovendien vraagt het nogal wat van al de overheden die al allerlei informatie actief gaan verstrekken om dat ook nog eens in dit formaat te doen (wellicht).
  • goed dat wettelijk maar duidelijk is gemaakt dat de handeling om actief openbaar te maken ook gewoon een besluit is (artikel 3.1);
  • het had goed geweest te regelen dat een eventueel verzoek om een voorlopige voorziening ook maar direct schorsende werking had (zoals in artikel 4.4 lid 5 is geregeld) of dat zelfs een ‘cooling down’ periode werd ingelast na een ingediend bezwaar.
  • de categorieën van artikel 3.3 dwingen al mooi meer concreet af wat door de overheid zelf openbaar moet worden gemaakt (een mooi begin van mogelijk meer);
  • het wordt nog een aardig puzzel te bezien wat nu onder welke categorie valt en wat niet en als het eronder valt binnen welke termijn het openbaar maken dan moet gebeuren. Daarnaast wordt het nogal wat om bij de lid 2 categorieën te bezien welke gronden van artikel 5.1 of 5.2 aan de orde zijn die nopen tot ‘lakken’ alvorens openbaar te maken. Bovendien wordt spannend of al dat actief openbaar maken niet juist uitlokt dat ook de nodige verzoeken om (achterliggende) informatie worden ingediend!
  • mooi, toch een register (waar menigeen dus veel heil van verwacht, helemaal als het allesomvattend zou zijn)!
  • spannend of PLOOI er wel klaar voor is, als we de besturen van de koepelorganisaties mogen geloven (bericht Binnenlands Bestuur).
  • goed dat de overheid met artikel 3.4 een mogelijkheid heeft bij een zwaarwegend belang informatie openbaar te maken;
  • maar dat dit zelfs dwars tegen absoluut te beschermen belangen in kan gaan (artikel 5.1 wordt integraal genoemd) gaat toch erg ver! De vraag is of dit ook kan gelet op internationale verdragen en richtlijnen!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *