Misbruik van de Wob; misbruiker betaalt proceskosten en aan de schandpaal?

Rechtspraak is almaar in ontwikkeling, zeker als het gaat om (vermeend) misbruik van de mogelijkheid om informatie op te vragen bij de overheid op grond van de Wet openbaarheid van bestuur; Wob-misbruik. Werd eerder dit jaar al duidelijk dat bij misbruik een verzoek om informatie buiten behandeling kan worden gesteld. Recent deed de rechtbank Rotterdam een interessante uitspraak waaruit volgt dat de misbruiker de portemonnee moet trekken. In een ander geval wordt duidelijk dat misbruik ook door journalisten (al dan niet ingefluisterd door de overheid) minder goed gepruimd wordt. Tijd voor een korte update.

Proceskostenveroordeling van de misbruiker
Procederen kost geld. Om ervoor te zorgen dat niet al te gemakkelijk naar de rechter wordt gestapt, dreigt (bij verlies) soms een veroordeling in de proceskosten van de ander. In de regel is in het bestuursrecht sprake van een proceskostenveroordeling van de overheid, ten gunste van de particulier of onderneming die een besluit van de overheid bestrijdt en daarbij (gedeeltelijk) gelijk krijgt. In een uitzonderlijk geval kan ook een particulier veroordeeld worden in de proceskosten van de overheid. Er moet dan sprake zijn van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht.

In het verleden zijn gevallen bekend waarbij de rechter dergelijk gebruik vaststelde bij kwaadwillende vertragingstactieken. Relatief vaak ging het om het instellen van beroep in bij voorbaat kansloze zaken.

Op 1 mei 2015 (!) (gepubliceerd op 22 juni 2016) vulde de rechtbank Rotterdam deze rij van voorbeelden aan. Eerst stelt de rechtbank vast dat sprake is van Wob-misbruik. De gemeente Nissewaard is gevraagd openbaar te maken en te verstrekken alle documenten die betrekking hebben op de laatste bekeuring in 2010 die tot een Mulderbeschikking hebben geleid, uitgeschreven door een bij verweerder in dienst zijnde bijzondere opsporingsambtenaar. De rechtbank stelt vast dat dit verzoek bij veel gemeenten in Nederland is gedaan. Dit gevoegd bij de proceshouding en de algemene machtiging op grond waarvan geprocedeerd wordt, leidt tot de inmiddels bekende conclusie dat van misbruik van bevoegdheid sprake is. Conclusie is dan ook dat het beroep niet-ontvankelijk is. Van dergelijk misbruik is dan volgens de rechtbank ook al sprake in de voorfase van bezwaar. Dat leidt tot de conclusie dat beroep is ingesteld in de wetenschap dat geen positief resultaat mocht worden verwacht.

Dat laatste is opmerkelijk nu misbruik pas vastgesteld wordt door de rechtbank. De rechtbank heeft deze overweging echter nodig om vervolgens in te kunnen gaan op de proceskostenveroordeling en overweegt daarover als volgt:

Uit het voorgaande volgt dat sprake is van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht door eiser in de zin van artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Dat biedt grond om eiser (ambtshalve) te veroordelen in de kosten die verweerder in verband met de behandeling van het beroep heeft moeten maken. Een proceskostenveroordeling kan enkel betrekking hebben op kosten die zijn genoemd in artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Nu gemachtigde van verweerder geen ambtenaar in dienst van de gemeente Nissewaard is, maar een speciaal voor deze procedure aangestelde, als zelfstandige werkende jurist, ziet de rechtbank aanleiding om tot een proceskostenveroordeling over te gaan.

Deze lijn volgend – hoewel de wetenschap in beroep over het misbruik doortrekken naar bezwaar en de overweging om in beroep te gaan ver gaat – is het nuttig voor de overheid om bij vermeend misbruik met een externe adviseur op de proppen te komen. Vanwege de waardering per punt leidt dit niet tot exorbitante bedragen (in dit geval EUR 980,–). Wel draagt dit bij aan het ontmoedigingsbeleid dat door de rechtspraak is ingezet.

Naming and shaming
Een andere ontwikkeling is dat (vermeend) Wob-misbruik een journalist – al dan niet ingefluisterd door een gefrustreerde gemeente of bezwaarcommissie – zowel gemachtigde als bezwaarmaker met naam en toenaam doet noemen in een artikel dat een bezwaarprocedure bespreekt.

Een particulier was aangelopen tegen een parkeerboete. Dat bracht het adviesbureau ertoe namens haar een Wob-verzoek in te dienen. Dat leidde tot openbaarmaking van een aantal documenten, met uitzondering van de ambtelijke akte waarin de bevoegdheden van de buitengewone opsporingsambtenaar (boa) zijn te vinden. De onafhankelijke bezwaarcommissie van de gemeente Hellendoorn merkt dit aan als Wob-misbruik. Bijzonder is dat de gemeente het kennelijk niet als zodanig bestempelde, nu het een deel van het verzoek al had ingewilligd. De journalist van de Tubantia vond het een artikel waard, met naam en toenaam dus.

Zo dreigt dus, naast een proceskostenveroordeling, ook nog eens de (digitale) schandpaal!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *