Update Raad van State 27 oktober 2020; Geheimhouding (8:29) en de werking van een bijzondere wet (Wet politiegegevens)

Met de overzichtsuitspraak maakte de Raad van State al duidelijk dat een bijzondere wet niet op zichzelf al maakt dat een verzoek tot beperkte kennisneming van een in te dienen processtuk gehonoreerd wordt (zie update en uitgebreidere annotatie). Nadien werd bijvoorbeeld duidelijk dat de Wet Bibob niet zo werkt.

Wel is al erkend dat de achterliggende gedachte van zo’n bijzondere wet van invloed is of kan zijn bij de beoordeling van zo’n verzoek op grond van 8:29 Awb. Zo bleek ook recent in een uitspraak over de invloed van de Wet politiegegevens (die voor politiegegevens een bijzonder wettelijk kader geeft over openbaarheid van informatie).  Met de uitspraak maakt de Raad van State duidelijk dat in een bestuurlijk rapportage – die ten grondslag ligt aan een last onder dwangsom ter voorkoming van overtreding van de APV (inzake drugshandel op straat) – passages zijn opgenomen die tot personen herleidbaar zijn (en dus als politiegegevens zijn aan te merken). Er is sprake van gewichtige redenen. Maar niet louter vanwege het zijn van politiegegevens, maar ook vanwege het feit dat appellant de rapportages voor het overigens wel heeft gekregen.