Update Raad van State 9 januari 2020: Geheimhoudingsbeslissing 8:29 geeft ook de mogelijkheid tot een beoordeling per zelfstandig onderdeel van een document

In een eerder blog is al uitvoerig ingegaan op de verhouding tussen 8:29 Awb – de mogelijkheid om documenten in te brengen in een procedure onder geheimhouding – en de Wet openbaarheid van bestuur. Een geheimhoudingsbeslissing van 9 januari 2020 van de Raad van State maakt duidelijk dat de ‘strenge’ lijn van beoordeling sec via 8:29 Awb gehandhaafd blijft.

Een poging van de minister om te stellen dat er toch minder (motivering en inspanning) gevraagd kan worden van een bestuursorgaan bij het inbrengen van processtukken nu de Wob de eigen rechtsbeschermingsmogelijkheden biedt voor betrokkenen, wordt niet gevolgd. 8:29 vraagt een eigen afweging (gelijke kennis van het procesdossier vs gewichtige redenen die strekken tot geheimhouding) en kent ook gewoon de mogelijkheid, aldus de Raad van State, om per zelfstandig onderdeel van documenten (zoals ook bij de Wob) te beoordelen en om geheimhouding te verzoeken.

Gewichtige redenen moeten daarbij, gemotiveerd dus, worden ingeroepen. Die zijn er in elk geval niet als dezelfde of vergelijkbare stukken al in een Wob-procedure (gedeeltelijk) zijn verstrekt (verificatieverslagen en schriftelijke waarschuwingen), bedrijfsvertrouwelijke informatie kan worden gelakt (bijvoorbeeld bij berichten over het afzien van de oplegging van een last onder dwangsom) of informatie in beginsel al openbaar is door verzending aan de Kamer van Koophandel (jaarrekeningen).