De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft een belangrijke rol bij informatievoorziening. Ook bij de Wet open overheid. Meestal gaat dit goed. Soms niet helemaal en lijkt meer sprake van ‘wens-denken’. Bijvoorbeeld als het gaat om de wat vreemde figuur van de Woo contactpersoon.
Op de vragen-en-antwoorden site over de Woo wordt ingegaan op een vraag in dat verband die mede voortvloeit uit ‘Wet open overheid. Artikelsgewijze toelichting, voor de praktijk besproken’. In dit boek wordt immers gesteld dat de wetgever met artikel 4.7 en de daar genoemde contactpersoon een bestuursorgaan heeft gecreëerd (zie ook paragraaf 2.3 in dit artikel in ‘de Gemeentestem’). Een en ander – ook over de wat onduidelijke rol van de contactpersoon – is ook al eerder besproken in een blog.
Toch even dit bericht ter nadere duiding (mede gegeven ook vragen uit de praktijk). Dat sprake is van een bestuursorgaan is zeker niet de wens geweest van ‘de wetgever’, ook niet de gedachte maar wel het simpele gevolg dat de wens bestond de contactpersoon in de wet te verankeren. Met het regelen in artikel 4.7 is immers een publiekrechtelijke grondslag gecreëerd. De aanwezigheid van die grondslag is bepalend voor de vraag of sprake is van een bestuursorgaan. Nu die er is, is de contactpersoon een orgaan in de zin van artikel 1:1, eerste lid, onder a, van de Awb. Zie bijvoorbeeld deze uitspraak van de Raad van State.
Dat het een ambtenaar is, dat de persoon geen besluiten neemt (al laat de toelichting bij de Woo die ruimte wel) of dat hij of zij (juridisch gesteld) niet met enig openbaar gezag is bekleed, doet er niet toe.
NB: die rol kan ook niet doorslaggevend zijn qua betekenis om te stellen dat de contactpersoon niet bij besluit zou moeten worden aangewezen (zoals wordt gesteld in een ander antwoord de VNG site). Zie over het aanwijzen eerder dit blog.