Rechtbank Amsterdam: de handtekening is wél op te vragen, alleen ook geheim te houden!

Een interessante uitspraak van de Rechtbank Amsterdam. Over een demonstratie in Rotterdam. Wat opvalt is dat de rechtbank, anders dan anderhalf jaar eerder de Raad van State in een wat merkwaardige uitspraak (zie update), een handtekening onder een document wel degelijk onderwerp van een geschil over een Wob-besluit (en dus ook Woo-besluit) acht. 

Het gaat om de handtekening van de betrokken officier van justitie. Deze OvJ is in dit kader niet een zaaksofficier in het kader van de opsporing en vervolging, maar een gebiedsofficier ten behoeve van het veiligstellen van een bepaald gebied. Vanuit die functie treedt deze niet per definitie in de openbaarheid. De naam hoeft dus niet openbaar te worden gemaakt.

Maar ook de handtekening mocht geheim blijven (maar was dus wel onderwerp van het Wob-besluit). Openbaarmaking van handtekeningen zou een veiligheidsrisico met zich meebrengen, aldus de rechtbank. Welke uitzondering men hier dan aan de orde acht, volgt niet uit de uitspraak. Het genoemde “belang van het voorkomen van fraude” komt in elk geval niet voor in de lijst van artikel 10 Wob of artikel 5.1 Woo. Het zal de persoonlijke levenssfeer zijn of de onevenredige benadeling. Die laatste is onder de Woo natuurlijk weer minder snel in te roepen. Maar goed, onder verwijzing naar de Raad van State uitspraak had men het nog simpeler af kunnen doen. 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *