Raad van State: procesbelang, ook na openbaarmaking (want de verzoeker is journalist)?

Op dezelfde dag als dat de Raad van State oordeelt dat er procesbelang aanwezig is als de documenten zijn vernietigd (zie deze update), doet de Raad van State nog een uitspraak waarin zij tot het oordeel komt dat er procesbelang is voor de appellant. In dit geval stond dit ter discussie omdat de appellant wel in bezwaar of beroep opkomt tegen een openbaarmakingsbesluit, maar de feitelijke openbaarmaking – door niet ook te verzoeken om een voorlopige voorziening (artikel 6 lid 5 Wob, artikel 4.4 lid 5 Woo) – niet heeft tegen gehouden.  

De redenering van de Raad van State bestaat eruit dat een voorzieningenrechter alleen een voorlopig oordeelt geeft. Daaruit volgt dat de rechtmatigheid van het besluit nog ten principale voorligt in bezwaar of beroep. Nogal theoretisch oordeelt de Raad van State dat door openbaarmaking met het besluit de informatie voor een ieder openbaar is, maar bij vernietiging niet meer. Ook niet toegankelijk voor een ieder in zo’n geval, aldus de Raad van State (ervan uitgaande dus kennelijk dat de verzoeker om informatie even niets doet met de informatie). 

Bijzonder is dat bij dit oordeel betrokken wordt dat degene waarover de informatie gaat mogelijk schade lijdt door openbaarmaking. En dat die schade eerder aan de orde is omdat de verzoeker een journalist is. Die kan de informatie dan al sneller onder de aandacht brengen van een breder publiek. De ene verzoeker is de andere niet kennelijk.

Een bijzondere uitspraak nu de journalist met het besluit – en het uitblijven van een voorlopige voorziening – al rechtmatig gebruik heeft kunnen maken van de informatie (en het dus kan verspreiden). Kennelijk is dat hier (nog) niet gebeurd. Ook gelet op de toekomst is de uitspraak bijzonder te noemen. Onder de Woo zullen op termijn door actieve openbaarmaking de Woo-verzoeken, bijbehorende besluiten en de verstrekte informatie actief openbaar worden gemaakt (artikel 3.3, lid 2, onder i). Dit gebeurt dan twee weken nadat het besluit is genomen (artikel 3.3, lid 4). Het is dan wel degelijk beschikbaar voor een ieder. Een voorlopige voorziening is onder de Woo dus een must voor degene die denkt schade te ondervinden van de openbaarmaking. Fijn voor die belanghebbende is dan dat enkel het indienen van het verzoek om een voorlopige voorziening de publicatie al tegenhoudt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *