Rechtbank Rotterdam 24 december 2021; Beroep niet-tijdig, extra hoge dwangsom wegens gebleken weigerachtigheid bestuursorgaan

In 2021 is het veelvuldig gegaan over te laat besluiten op verzoeken n de beoordeling door de rechter (zie dit blog, dit overzicht van de zomer-rechtspraak en deze update over de VWS-corona-verzoeken aanpak). Deze laatste rechtspraak bracht de voorzieningenrechter van de Afdeling laatst nog tot de uitspraak dat VWS nog eens tot 1 april 2022 heeft om te beslissen op een Wob-verzoek van augustus 2020! Toch bijna niet meer uit te leggen voor hen die om informatie vragen en in de Wob een termijn zien van twee keer vier weken (artikel 6 Wob).

Hoe dat ook zij, het gaat bij deze thematiek om het spanningsveld tussen tijdig en zorgvuldig beslissen: wat kan worden gevraagd van het bestuursorgaan en ook van degene die op de informatie zit te wachten? De rechter velt uiteindelijk een oordeel en houdt daarbij rekening met alle omstandigheden van het geval. Daarbij wordt een extra termijn gegund en een dwangsom gekoppeld aan het uiteindelijk niet halen van die extra termijn.

De Rechtbank Rotterdam was het dralen (of beter gezegd misschien, gewoon niks doen) van de Staatssecretaris van Justitie & Veiligheid uiteindelijk zat en week af van de landelijke richtlijnen (zie uitspraak). Beslist moet zijn binnen twee weken na de uitspraak en een extra hoge dwangsom wordt opgelegd als deze termijn niet wordt gehaald.

Een mooi kerstcadeautje voor betrokkene wellicht.  Al moest betrokkene wel erg lang wachten op deze uitspraak. Het beroep niet-tijdig was namelijk al ingediend op 2 augustus 2019. Zou de rechtbank zijn eigen dralen misschien tot ook hebben betrokken bij de kwestie?