Tweede Kamer 13 januari 2021; Amendement voor overleg

Van der Molen gaf al aan bij het debat op 12 januari dat de locatie van zijn poging om overleg tussen verzoeker en bestuursorgaan te regelen niet gelukkig was. Hij noemde daarbij dat hij tot dit inzicht was gekomen door anderen. Of mijn update van november naar aanleiding van zijn eerdere amendement daarbij had geholpen, maakte hij niet expliciet.

Hoe ook, het inzicht komt tot uitdrukking in een amendement ter vervanging van dat eerdere amendement. Een nieuw artikel (4.2a) moet de basis vormen voor overleg bij een voldoende gespecificeerd, maar te omvangrijk verzoek. De plek is beter gekozen want na de mogelijke fase van precisering. Daarmee wordt dus direct gevolg gegeven aan mijn ‘kritiek’. Het andere deel van mijn kritiek – de bepaling is overbodig want overleg kan altijd al – overtuigt kennelijk niet. Dat punt blijft ook met dit nieuwe amendement uiteraard overeind!

Zoomen we in op het nieuwe amendement dan valt op dat de gelegenheid voor het overleg zich voor moet doen op het moment dat de omvang maakt dat de termijn van artikel 4.4, eerste lid (vier weken) niet haalbaar blijkt. Menigeen zal glimlachen bij dit aspect. Want is het niet zo dat nagenoeg standaard tot verdaging wordt overgegaan? En is bovendien niet veelal sprake van het in het geheel niet halen van de twee keer vier weken? Ter illustratie, en los van andere onderzoeken in dat kader, is het resultaat van een eigen onderzoekje. In de tweede helft van het jaar 2019 en enkel voor de ministeries van AZ, VWS, BZK en I&W zijn slecht 26 van de ongeveer 120 (gepubliceerde) Wob-besluiten tijdig!

Overigens is niet duidelijk wat het overleg zelf doet met de termijnen. Bij een werkbare uitkomst zal – afhankelijk van de afspraken – de beslistermijn geen rol van betekenis (en procedure) meer kunnen zijn. Maar of het uitblijven van overeenstemming maakt dat gesteld kan worden dat de beslistermijn is opgeschort, wordt niet duidelijk. Los van het niet nodig zijn van deze grondslag voor overleg, denk ik ook niet dat de verzoeker hiermee is geholpen.