Update Raad van State 10 juli 2020; Geheimhouding in een Wob-procedure, naam verzoeker mag geheim blijven

Hoewel degene die een Wob-verzoek indient openbaarheid en transparantie voorop lijkt te stellen, heeft diegene ook nog recht op de bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer (zie ook deze annotatie). Zodoende is het vast gebruik dat belanghebbenden meestal nul op het rekest krijgen als zij vragen om de identiteit van de verzoeker als hen gevraagd wordt om een zienswijze.

Die bescherming werkt ook door verderop in de procedure. Zo leert een recente uitspraak van de geheimhoudingskamer van de Raad van State dat geheimhouding kan worden gevraagd voor de persoonsgegevens van de Wob-verzoeker.

In dit geval gaat het om een Wob-procedure waarbij een melkgeitenhouderij een centrale rol heeft in de bestuurlijke aangelegenheid. In de Wob-stukken komen onder meer namen van slachthuizen terug. De minister doet een verzoek om beperkte kennisneming als in 8:29 Awb (zie uitgebreid over de recente overzichtsuitspraak deze update) voor het Wob-verzoek en de aanvulling daarvan, het Wob-besluit en een bijbehorend openbaar te maken document en een bericht van de verzoeker.

Logischerwijs stelt de geheimhoudingskamer dat de korte klap van artikel 14, derde lid, van de Procesregeling (geheimhouding is een vanzelfsprekendheid en het verzoek wordt dus standaard gehonoreerd) alleen opgaat voor het bijbehorend openbaar te maken document,  maar uiteraard niet voor de andere stukken. De stelling van de minister, dat die regeling ook opgaat voor de andere documenten omdat deze samenhangen met het Wob-document, wordt niet gevolgd (zie ook al deze update).

Wat die andere documenten betreft wordt wel (deels) het secundaire standpunt van de minister gevolgd: er is sprake van noodzakelijke bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De naam van de Wob-verzoeker, maar ook van de slachthuizen, zijn in dit kader geheim te houden. Mede vanwege het feit dat het deels gaat om gegevens die gevoelig zijn (verband houden met de fysieke of mentale gezondheid van een natuurlijk persoon).  De gemachtigde van de verzoeker mag gewoon bekend zijn voor de geitenmelkhouder.

Hoewel valt te begrijpen dat gevoelige gegevens geheim blijven (en dus ook de naam), valt wel op dat de namen van de slachthuizen direct delen in dit lot. Kennelijk zijn die namen zo verweven met de naam van de verzoeker dat dit een logische uitkomst is, bijzonder is het wel. Bovendien bestaat het gevaar dat deze uitkomst en toelichting de geitenmelkhouder het inzicht geeft om te kunnen achterhalen om wie het gaat. Los daarvan, ook met deze beslissing blijft nog wat moeilijk te volgen dat 26 juni de namen en functies van de politiemedewerkers wel konden worden prijsgegevens (zie deze update) en zodoende blijft de toepassing van 8:29 nog geen simpele bezigheid.