Update Rechtbank Amsterdam 3 september 2020; Geen Covid-19, maar anderszins reden voor 8 weken om alsnog te beslissen

Eerder vond de Rechtbank Zeeland-West-Brabant o.a. in de impact van Covid-19 nog een aanleiding om meer dan de gebruikelijke twee weken te ‘gunnen’ aan het bestuursorgaan om alsnog tot besluitvorming in een Wob-procedure over te gaan. Daar werd het vier weken.

In een geval waarover de Rechtbank Amsterdam zich moest buigen, wordt LNV zelfs acht weken gegund. Het coronavirus wordt niet in stelling gebracht. LNV zegt niet meer dan dat de verzochte documenten nog worden verzameld en geïnventariseerd, zienswijzen moeten worden ingewonnen en beoordeeld en dus dat een concrete datum qua besluitvorming nog niet kan worden gegeven. Het blijft bijzonder op welke wijze sommige bestuursorganen toch ogenschijnlijk zonder blikken en blozen wettelijke termijnen kunnen ‘negeren’.

Hoe ook, de rechtbank heeft er geen oog voor, maar geeft (bijzonder genoeg) vervolgens wel acht (!) weken om tot besluitvorming over te gaan. Het dubbele aantal dus van de eerste termijn voor Wob-verzoeken (zonder verdaging). Vier keer zo veel dan het wettelijke uitgangspunt (na een gegrond beroep niet-tijdig beslissen). De overweging zou de lezer het gevoel kunnen geven dat LNV daarmee serieus wordt aangepakt. Maar na een doorlooptijd van al zes maanden dan nog eens acht weken krijgen, lijkt meer als een cadeautje.