Update Rechtbank Noord-Holland 22 januari 2020; Een Wob-besluit over het resultaat van een ander Wob-besluit

Een geheimhoudingsbeslissing van de Rechtbank Noord-Nederland geeft een met de Afdelingsrechtspraak vergelijkbaar beeld; de privacy geeft welhaast een directe rechtvaardiging voor een beroep op de gewichtige redenen van 8:29 om informatie vertrouwelijk aan de rechter over te leggen (zie bijv. ook deze update).

Bijzonder aan deze beslissing is dat het bestuursorgaan kennelijk ook de beschikking heeft over een document van een ander bestuursorgaan, maar dan enkel het resultaat van een eerder Wob-besluit. Ergo, een deels zwart gelakt document is in het bezit van de inspecteur van de Belastingdienst. Nu het zwart lakken geen handeling is geweest van de inspecteur is dus geen sprake van een verzoek om beperkte kennisneming door de rechtbank op grond van 8:29. De inspecteur kan namelijk ook niet meer overleggen dan dit deels gelakte document. Een logische redenering.

Het roept wel de vraag op of de inspecteur het verzoek niet had moeten doorzenden op grond van artikel 4 van de Wob nu hij kennis had van een bestuursorgaan dat meer informatie onder zich heeft waar verzoeken naar op zoek was. Zie ook deze stap in het stappenplan.