Rechtbank Oost-Brabant: Wobbend raadslid, de openbaarheid van het presidium overleg

De Wob (en Woo) als instrument in politieke sferen, een met enige regelmaat terugkerend thema. Dit keer gaat het niet over de ondersteuning van een raadslid door ambtenaren (zie deze update). Nu gaat het weer over het ‘Wobbend raadslid’. Wat moet of kan er openbaar worden van dat wat is besproken in het Presidium?

Eenieder, dus ook de fractievoorzitter

Nu eenieder het recht op informatie toekomt, staat het ook een fractievoorzitter (tevens lid van het Presidium en de gemeenteraad van – in dit geval – de gemeente Veldhoven) vrij om een verzoek tot openbaarmaking te doen op grond van de Wob (inmiddels Woo). Hoewel dit apart is, omdat de Gemeentewet de suggestie wekt dat via die weg meer toegang tot informatie kan worden verkregen, voelt menig raadslid zich er nog wel eens toe gedwongen. Luister verder nog eens deze podcast over dit thema. 

Niet aanwezig, niet opgeschreven, toch de informatie?

In dit specifieke geval waar de Rechtbank Oost-Brabant zich in deze uitspraak over mocht buigen was een fractievoorzitter niet aanwezig bij een overleg van het Presidium. De burgemeester zou wel over deze persoon hebben gesproken. In het verslag komt dit evenwel niet tot uitdrukking. Dat maakt dat de fractievoorzitter de Wob hanteert om alles over die vergadering van 30 juni 2021 op te vragen. Het besluit is van na 1 mei 2022 en dus is de Woo van toepassing.

Het verslag is er wel, een audio-opname niet meer. Het verslag wordt deels openbaar gemaakt vanwege de persoonlijke levenssfeer bescherming.

Raadsleden en persoonlijke levenssfeer

Hoewel de rechtbank (terecht) stelt dat het Reglement van Orde en de Gedragscode (die het nodige zeggen over de openbaarheid van tot personen herleidbare informatie) de Woo niet aan de kant schuiven, betrekt ze deze kaders wel bij een weging van de belangen. In dat kader meent zij dat de tot personen herleidbare informatie van de raadsleden aan openbaarmaking in de weg staat. Dit hangt samen met het besloten karakter van een bijeenkomst van het Presidium. Dat karakter zou blijken uit de genoemde documenten.

Hiermee laat de rechtbank nog maar eens goed zien dat het inroepen van de persoonlijke levenssfeer geen ‘zwart-wit’ exercitie is. De gedachte leeft nog wel eens dat een naam e.d. sowieso niet openbaar wordt gemaakt, tenzij het een persoon betreft die naar de aard van zijn functie in de openbaarheid treedt. In dat laatste geval zou dan weer wel sprake zijn van openbaarmaking. 

Zo is het dus niet. Dit vormt wel het uitgangspunt, maar daarvan kan worden afgeweken gegeven de omstandigheden van het geval. Dat betekent in deze kwestie dat – gegeven het besloten karakter van het overleg – juist de persoonlijke levenssfeer weer wel aan de orde is. Ook voor personen die in de openbaarheid treden dus.

Vernietigd na verzoek; de werking van 4.1a Woo

Vaste rechtspraak onder de Wob is verankerd in artikel 4.1a Woo. Vernietigen van documenten nadat een verzoek is ontvangen, is onrechtmatig. De geluidsopname is zo’n document dat is vernietigd. Na onderzoek is gebleken dat het er niet meer is en niet achterhaald kan worden. Dat levert verzoeker dus niet de informatie op, maar wel een gegrond beroep. En dus een proceskostenvergoeding.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *