Artikel 2.4 Zorgplicht en openbaarmaking

1. Een bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de documenten die het ontvangt, vervaardigt of anderszins onder zich heeft, zich in goede, geordende en toegankelijke staat bevinden.
2. Een bestuursorgaan draagt er zoveel mogelijk zorg voor dat de informatie die het overeenkomstig deze wet verstrekt, actueel, nauwkeurig en vergelijkbaar is.
3. Indien een bestuursorgaan overeenkomstig deze wet informatie openbaar maakt, geschiedt dat op zodanige wijze dat de belanghebbende en belangstellende burger zoveel mogelijk wordt bereikt en op de volgende algemeen toegankelijke wijze:
a. in elektronische vorm, in een machinaal leesbaar open formaat, samen met de metadata, overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PbEG 2003 L 345), zoals deze is gewijzigd bij Richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot wijziging van Richtlijn 2003/98/EG inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PbEU 2013 L 175); 

b. of, indien verstrekking in een machinaal leesbaar open formaat redelijkerwijs niet geverd kan worden, in andere elektronisch doorzoekbare vorm;

c. of, indien elektronische verschaffing redelijkerwijs niet gevergd kan worden, door verstrekking van een kopie van de letterlijke inhoud ervan in andere vorm te verstrekken;
d. of, indien verstrekking van een kopie of de letterlijke inhoud redelijkerwijs niet gevergd kan worden, door een uittreksel of een samenvatting van de inhoud te geven, inlichtingen daaruit te verschaffen of door terinzagelegging.
4. Een bestuursorgaan is niet verantwoordelijk voor de juistheid of de volledigheid van door derden opgestelde informatie.
5. Indien het bestuursorgaan kennis draagt van de onjuistheid of onvolledigheid van de verstrekte informatie, doet het hiervan mededeling.
6. Indien het bestuursorgaan informatie verstrekt, verstrekt het zo nodig, en voor zover deze informatie voorhanden is, tevens informatie over de methoden die zijn gebruikt bij het samenstellen van de informatie.

Annotatie

Om mee te gaan met de tijd ligt in de Wet open overheid de nadruk op de digitalisering en elektronische openbaarmaking en elektronisch verkeer met de overheid. De Wob maakt elektronische verstrekking e.d. ook mogelijk, maar dwingt daar minder op aan.[1] De Wet open overheid dwingt meer, wat er onder meer toe leidt dat de toegankelijkheid van documenten in beginsel in elektronische vorm wordt vormgegeven, tenzij dit niet mogelijk is (artikel 2.4).

Bijzonder aan de in deze bepaling opgenomen zorgplicht is de verplichting voor het bestuursorgaan om mededeling te doen van de onjuistheid of onvolledigheid van de verstrekte informatie, zonder dat dit nader wordt toegelicht of dat duidelijk wordt gemaakt wat de aard van die mededeling is en wat het gevolg ervan kan zijn.

Hoewel deze bepaling ook ziet op verstrekking als gevolg van het uitvoering geven aan de actieve openbaarmakingsplicht of het reageren op een verzoek om informatie[2], lijkt vooral de verhouding in dat laatste geval met het daarop van toepassing zijnde artikel 4.5 wat ongelukkig. Artikel 2.4, derde lid, gaat immers uit van het uitgangspunt dat informatie in elektronische vorm wordt verstrekt terwijl artikel 4.5 – evenals artikel 7 Wob – de wens van de verzoeker centraal stelt.

[1] Kamerstukken II 2013/14, 33328, 9, p. 5-6.
[2] Kamerstukken II 2013/14, 33328, 9, p. 70-71.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 328, nr. 8 (herdruk); Voorstel van wet na advies Raad van State

Tweede Kamer, vergaderjaar 2013–2014, 33 328, nr. 9 (herdruk); Memorie van Toelichting na advies Raad van State

Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 33 328, nr. 14; Tweede nota van wijziging

Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, 35 112, nr. 3; Memorie van Toelichting

Geconsolideerde artikelsgewijze toelichting bij de Wet open overheid zoals gewijzigd door de verwerking van de Wijzigingswet Woo