Artikel 7.1 Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding

1. Er is een Adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding.

2. Het college bestaat uit een voorzitter en ten hoogste vier andere leden.

3. De benoeming van de leden bij koninklijk besluit geschiedt op voordracht van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

4. De artikelen 13, 16 en 19 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zijn van overeenkomstige toepassing.

Annotatie

Met het rapport “Ongekend onrecht” van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag[1] en de kabinetsreactie daarop van 15 januari 2021[2] bleek de tijd rijp voor een permanent Adviescollege. Om het college een zekere status mee te geven is voorzien in een benoeming bij koninklijk besluit. Gegeven haar status bij wet, zal ook het adviescollege een bestuursorgaan zijn die evenzeer onder de werking van de Woo valt.

[1] Kamerstukken II 2020/21, 35 510, nr. 2.

[2] Kamerstukken II 2020/21, 35 510, nr. 4.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 35 112, nr. 16; Tweede Nota van wijziging

Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 35 112, nr. 21; Amendement Sneller