Afdeling Advisering: informatie ‘van’ de volksvertegenwoordiger toch niet te Woo-en

Een vraag die veel gesteld wordt: is informatie die bij een volksvertegenwooordiger berust of voor diegene is bestemd ook te Woo-en? Eerder kon de voorzichtige conclusie worden getrokken dat dit het geval was als de informatie feitelijk berustte bij enkele ambtenaren (zie bericht). Daarmee was het concept-amendement van een raadslid opeens ook een bestuurlijke aangelegenheid waar het college van B&W iets mee moest, in Wob-verband. Een advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over de ministeriële verantwoordelijkheid en ambtelijke bijstand werpt weer een ander licht op de materie.

De aanleiding

De aanleiding voor het advies is het spanningsveld waar een ambtenaar in komt te zitten bij de ondersteuning van een volksvertegenwoordiger (zie daarover ook deze handreiking van de VNG). De ambtenaar krijgt informatie over een voorgenomen handeling van de volksvertegenwoordiger, maar voelt zich ook verplicht zijn bestuurder te informeren. Dat kan er toe leiden dat informatie wordt gedeeld en ook belandt in een beslisnota – die het kabinet sinds Ongekend Onrecht ook openbaar maakt. Het gaat dan bijvoorbeeld over een initiatiefvoorstel of amendement. 

Afdeling bestuursrechtspraak: potentieel wel openbaar 

Hoewel de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dus op 15 februari 2023 duidelijk maakte dat dergelijke informatie – in dat geval concept-amendementen – onder de Wob valt, omdat het “een bestuurlijke aangelegenheid” was, omdat het informatie betrof die is neergelegd in documenten die zijn opgemaakt in voorbereiding op en ten behoeve van besluitvorming. Dat de documenten uiteindelijk wel of niet zijn betrokken bij de besluitvorming, maakte in zoverre niet uit. Daarbij betrok de Afdeling bestuursrechtspraak ook:

“De stelling van het college dat de concept-amendementen alleen onder de verantwoordelijkheid van het betreffende raadslid of raadsfractie vallen en de Wob niet van toepassing is op volksvertegenwoordigers, leidt niet tot een ander oordeel. De betreffende ambtenaren zijn immers gevraagd om de concept-amendementen juridisch te toetsen.”

Daarmee leek – wat impliciet – verondersteld te worden dat de informatie te Wobben (en te Woo-en) valt vanwege de betrokkenheid van de ambtenaren (niet werkzaam bij de griffie). Dat maakte kennelijk dat de informatie samenvalt of in verband staat met de publieke taak van het college van B&W.

Afdeling advisering: niet openbaar 

De Afdeling advisering volgt nu toch een wat andere lijn en ontleend daarbij het nodige aan een nieuw element van de Woo, artikel 5.4a. Daaruit volgt dat informatie over de ondersteuning door ambtenaren van onder andere de Tweede Kamer aan individuele Kamerleden niet openbaar is volgens de Afdeling. Terecht wordt gewezen op de letter van de wet waaruit volgt dat dit sec geschreven is voor ambtenaren van de Kamer en dus niet ambtenaren van ministeries. Eenzelfde vraag speelt ook in de praktijk of de bescherming van de ondersteuning aan een raadslid enkel ziet op de geleverde bijstand door de griffie (genoemd in artikel 5.4a) of toch ook anderen. De Afdeling advisering meent dat de strekking van artikel 5.4a met zich brengt dat de geheimhouding breder gaat: alle informatie die wordt uitgewisseld met individuele Kamerleden of met de fractie is geheim.

Opvallend – gelet op de kwestie Veenendaal van begin 2023 – is dat in het advies wordt gesteld dat dergelijke informatie “moet worden geacht te berusten bij het individuele Kamerlid”. Dat valt op nu in die uitspraak vooral de fysieke aanwezigheid bij de ambtenaar weer doorslaggevend leek voor de conclusie dat het mede wordt geacht te berusten onder het college.

De conclusie is dat de informatie buiten de reikwijdte van de Woo zou vallen (of wordt bedoeld dat de geheimhoudingsbepaling van artikel 5.4a Woo van toepassing is, dus dat het juist wél onder de Woo valt maar geheim is?!). Verwezen wordt naar de parlementaire geschiedenis bij de Woo. Die kan evenwel toch echt beperkter worden opgevat. Daarin wordt toch enkel de ondersteuning door ambtenaren van de Tweede of Eerste Kamer (Bureau Wetgeving of de griffie) genoemd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *