Update Rechtbank Noord-Nederland 3 juli 2020; Openbaarheid van PAS-meldingen. Locatiegegevens zijn emissiegegevens?

Milieu-informatie moet eerder openbaar, emissiegegevens helemaal. Een blijvende uitdaging is het om in concrete gevallen te bepalen wanneer informatie nu wel en wanneer niet onder deze begrippen valt (zie uitgebreid dit artikel in het Tijdschrift voor Agrarisch Recht).

De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) staat al enige tijd in de belangstelling en dus volgen er ook Wob-verzoeken. Zo ook naar alle meldingen die zijn gedaan in het kader van de PAS. Een procedure met circa 3500 derde-belanghebbenden (de melders) is het gevolg. Het is geen verrassing dat de vraag of sprake is van milieu-informatie en emissiegegevens zich aandient in de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland in dit verband. Die vraag beperkt zich tot enkel de locatie-gegevens uit de meldingen.

De voorzieningenrechter stelt ten eerste dat locatie-gegevens als milieu-informatie zijn aan te merken. Hoewel dit vanzelfsprekend lijkt, is de motivering in de uitspraak wat mager (zie het begin van 7.5): omdat het onder de definitie van milieu-informatie van artikel 19.1a valt. Die cirkelredenering houdt altijd stand!

Maar goed, interessanter is dat de locatie-gegevens ook emissiegegevens zijn volgens de voorzieningenrechter. De redenering hier: een emissie heeft een bron en die bron heeft een locatie en dus is de locatie een emissiegegeven.

Hoewel daar best wat voor valt te zeggen, kan hier ook kritischer naar gekeken worden. Te meer in het licht van de uitspraak van de Raad van State waaruit volgt dat het begrip “informatie die betrekking heeft op uitstoot in het milieu” niet restrictief moet worden uitgelegd, maar dat dit ook niet betekent dat alle informatie die in wat voor verband ook staat met emissies in het milieu onder dat begrip valt. In dat geval viel er dus buiten het begrip emissiegegevens informatie over “termen, omschrijvingen, foto’s en afbeeldingen van de werkwijze en gebruikte materialen bij de asbestsanering. Deze onderdelen bevatten geen gegevens die de daadwerkelijke uitstoot betreffen en ook geen gegevens over de invloeden van die emissies op het milieu. Ook zijn het geen gegevens die het publiek in staat stellen de juistheid te controleren van de beoordeling van de daadwerkelijke of voorzienbare emissies, die aan de besluitvorming door een bestuursorgaan ten grondslag heeft gelegen. De gegevens geven geen informatie over de aard, de samenstelling, de hoeveelheid, de datum en de plaats van de daadwerkelijke of voorzienbare emissies. De gegevens geven ook geen informatie over de beoordeling van de emissies door de Inspectie SZW.”

Hoewel de locatie-gegevens in het kader van de PAS natuurlijk relevant zijn voor het uiteindelijk bepalen van de depositie – het effect op een natura 2000 gebied – kan de vraag wel gesteld worden in hoeverre de locatie an sich nu gekoppeld is aan de uitstoot van stikstof. De dieraantallen e.d. zijn dat uiteraard wel, maar of de locatie dat nu per definitie is, is maar de vraag. De voorzieningenrechter meent van wel nu sprake is van een bronkenmerk die weer nodig is om te bepalen of de beoordeling van de minister wel juist is geweest. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer staat dus niet aan openbaarmaking in de weg.

Terecht merkt de voorzieningenrechter ook nog op dat artikel 10, zevende lid nog aanvullende weigeringsgronden geeft voor milieu-informatie waaronder emissie-gegevens. Nu niet onderbouwd is dat sprake is van concrete dreiging van sabotage van de bedrijven, staat ook deze weigeringsgrond niet aan openbaarmaking in de weg. Hoe dit concreet te onderbouwen? Gekeken zou kunnen worden naar de voorbeelden die gelden bij het onderbouwen dat sprake is van de weigeringsgrond ‘veiligheid van de Staat’.