5.5 Woo, een prima alternatief volgens de Raad van State

De Raad van State toont zich twee weken achter elkaar fan van artikel 5.5 Woo: de mogelijkheid om toegang te krijgen tot informatie over jezelf.

Artikel 5.5 Woo levert in de praktijk genoeg vragen op over onder meer de verhouding tot de mogelijkheid om inzage te vragen in de verwerking van persoonsgegevens (artikel 15 AVG). Dat maakt niet dat de Raad van State de mogelijkheid om artikel 5.5 Woo in te zetten in gevallen waarbij verzoeker niet krijgt waar om wordt gevraagd omdat de persoonlijke levenssfeer in het geding is.

Wob leidt tot niets, Woo wel?

In een uitspraak van 21 februari 2024 oordeelde de Raad van State over een afwijzend besluit over “alle informatie, stukken en afschriften van documenten, e-mails en faxen met betrekking tot de beslagleggingen door het college in 2009 op de woning aan de [locatie 1], [postcode] in Rotterdam, de woningen aan de [locatie 2], [locatie 3] en [locatie 4], [postcode] in Rotterdam en de woningen aan de [locatie 5] en [locatie 6], [postcode] in Rotterdam.”

Nu het ging om documenten met vooral namen, adressen, handtekeningen, geboortedata en burgerservicenummers en dus bij uitstek persoonlijke gegevens. Nu deze informatie en de dossiernummers in onderlinge samenhang bezien en eventueel gecombineerd met informatie waarover mensen in de omgeving van de betrokkene beschikken, ertoe kan leiden dat herleidbaar is over welke persoon het in de documenten gaat, is de persoonlijke levenssfeer in het geding aldus de Raad van State. De persoonlijke levenssfeer van deze specifieke en deels gevoelige informatie en unieke details over de persoon, zoals burgerservicenummers, namen en adressen, weegt zwaarder dan het belang van de openbaarmaking. In die uitspraak sluit de Raad van State af met de suggestie om op grond van artikel 5.5 Woo te vragen om stukken aan hem te verstrekken voor zover die informatie over hemzelf bevatten.

Ook een verzoek van een ouder met betrekking tot meldingen ten aanzien van de naleving van de Basisregistratie Personen door zijn dochter en zijn partner op zijn adres in IJsselstein leidt niet tot openbaarmaking. Na wat procedureel ‘gedoe’ is voor hier vooral van belang dat tijdens de zitting kennelijk is aangestuurd op een praktische oplossing. De uitspraak van 6 maart maakt duidelijk dat de mogelijkheid is besproken dat de verzoeker namens zijn dochter en partner met hun toestemming op grond van artikel 5.5 Woo een verzoek om informatie kan indienen. Op de zitting heeft de gemeente aangegeven dat de melding en de e-mails dan kunnen worden gedeeld.