Rechtbank Noord-Holland 28 oktober 2021; inventarislijsten, opvattingen van bestuurders en concreetheid van een verzoek

Een interessante uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland over een tweede poging van de gemeente Velsen om goed op een verzoek om informatie te beslissen.

Inventarislijst

In deze uitspraak wordt duidelijk gemaakt dat als gewerkt wordt met een inventarislijst (wat dus expliciet is toegestaan, zie bijvoorbeeld ook deze update) – om duidelijk te maken welke documenten onder het verzoek en dus het besluit vallen – wel eisen zijn verbonden aan die lijst. Die moet op zichzelf natuurlijk voldoende duidelijk zijn en duidelijk maken om welke (hoeveelheid) documenten het gaat. Kennelijk was de lijst in dezen een zoekplaatje.

Persoonlijke beleidsopvattingen; toepassing, beoordeling en lid 2

Vervolgens stelt de rechtbank terecht vast dat artikel 11 van de Wob ook bescherming biedt aan bestuurders. Los van de parlementaire toelichting bij de Wob (genoemd door de rechtbank) zien we dit ook terug in vaste rechtspraak: artikel 11 is ook relevant als het gaat om opvattingen van bestuurders (bijvoorbeeld bewindspersonen als het gaat om de notulen van de ministerraad).

Over de beoordeling die plaats moet vinden is de rechtbank terecht kritischer. Sinds 2018 is duidelijk dat per zelfstandig onderdeel een beoordeling moet plaatsvinden (zie annotatie). Die detailbeoordeling blijkt niet uit het besluit.

Ook blijkt niet de verplichte overweging of gebruik kan worden gemaakt van artikel 11 lid 2, de geanonimiseerde verstrekking van persoonlijke beleidsopvattingen. Zie uitgebreid in dit kader deze annotatie.

Milieu-informatie

Tot slot maakt de uitspraak duidelijk dat het bestuursorgaan een goed onderscheid moet maken tussen milieu-informatie en andere informatie. Dan gelden immers andere termijnen én een andere toepassing van weigeringsgronden.

Wet open overheid

Onder de Woo zal dit alles per 1 mei 2022 wel wat anders uitpakken. Niet zozeer qua vormgeving van het besluit (met de inventarislijst die duidelijk moet zijn) en de beoordeling per onderdeel (de toelichting bij de Woo spreekt van “eenheid”, waarmee hetzelfde wordt bedoeld).

Wel als het gaat om het als vanzelf geanonimiseerd verstrekken van de persoonlijke beleidsopvattingen (zie het wat ongelukkig geformuleerde artikel 5.2 lid 3). Meer hierover ook podcast #10 en podcast #12.