Rechtbank Amsterdam: integraal weigeren en niet anoniem openbaar maken

We zien vooral veel uitspraken waarbij de rechter kritisch is op de integraal weigerende overheid of de overheid die al te gemakkelijk stelt dat persoonlijke beleidsopvattingen niet anoniem openbaar gemaakt kunnen worden (zie recent de Rechtbank Rotterdam nog).

Deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam geeft een ander beeld. De meest algemene weigeringsgrond van de Wob (onevenredige benadeling, artikel 10 lid 2 onder g) wordt geaccepteerd ter onderbouwing van het feit dat hele documenten niet worden verstrekt. De aard van het onderwerp (de onderhandse gunning van het hoofdrailnet aan de NS), de sfeer waarin informatie is gewisseld tussen Prorail, NS en I&W (goede samenwerking en een vrije sfeer van vertrouwelijk uitwisselen van informatie) en de aard van de documenten (discussiedocument, informeel memo etc.) maakt dat geheimhouding gerechtvaardigd is.

Onder de Woo is het nog maar de vraag of sprake is van onevenredige benadeling. De wetgever heeft met artikel 5.1 lid 5 Woo die uitzondering natuurlijk willen beperken tot uitzonderlijke gevallen. Wellicht dat het goed functioneren van de overheid (artikel 5.1 lid 2 onder i) wel weer soelaas zou bieden.

Wat ook opvalt is het accepteren – in dit kader vanwege de kennelijke inhoud van de documenten – van het niet overgaan tot het geanonimiseerd openbaar maken van persoonlijke beleidsopvattingen.

Dat zal, door artikel 5.2 lid 3 Woo, onder de Woo wat lastiger zijn. Dit los van het gegeven dat andere rechtbanken en de Raad van State soms wat kritischer lijken bij het niet toe passen van deze bevoegdheid (zie laatst deze update nog maar).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *